14
ingeschakeld is voor een van de handzenders, dan zullen de instellingen worden
gekopieerd voor alle handzenders die uit het bestand geïmporteerd worden.
6. Klik op
om de gegevens naar de controller te schrijven.
5.1.4.5 Handzenders kopiëren naar een andere controller
1. Open het gegevensbestand van de controller waarvan je de handzender gegevens wilt
kopiëren.
2. Breng een verbinding tot stand tussen het programma en de controller waarnaar je de
handzender gegevens wilt uploaden (zie: "Een verbinding maken tussen het programma
en de controller" p. 8).
3. Lees de gegevens van de controller niet, maar klik op
4. Wanneer het venster "Uploaden naar module" wordt geopend, klikt je op "Opslaan".
5.2 Jumpers en knoppen op de print
Elke relaisuitgang is aan een knop en een paar jumpers toegewezen. Met behulp van de
jumpers kan je de werkingsmode van de relaisuitgang specificeren. Met gebruik van de
knoppen kan je:
de insteltijd van de relaisuitgang specificeren,
een nieuwe handzender toevoegen,
een handzender verwijderen.
5.2.1 De werkingsmode van de relais uitgang instellen
Hieronder wordt getoond hoe de werkingsmode van relaisuitgang 1 kan worden ingesteld.
De overige relaisuitgangen dienen op dezelfde manier te worden behandeld.
Afb. 13. De manier om de jumper te plaatsen over de MODE pinnen.
Gestuurd mode [jumper over de pinnen aan de rechterkant (Afb. 13-I)] – de
relaisuitgang wordt ingeschakeld wanneer de handzender knop wordt ingedrukt
(tot 30 seconden – daarna stopt de handzender met zenden om te voorkomen
dat de batterij leegraakt).
Puls mode [jumper over de pinnen aan de linkerkant (Afb. 13-II)] – als u op de
handzender knop drukt, wordt de relaisuitgang gedurende een vooraf
ingestelde tijd ingeschakeld.
Maak/Breek mode [jumper verwijdert van de pinnen (Afb. 13-III)] – elke druk
op de handzender knop verandert de status van de relaisuitgang in de
tegenovergestelde.
RK -1K / RK-2K / RK-4K / RK-4K SMA
Tabel 1.
.
SATEL