Download Print deze pagina

Satel INT-RS Plus Handleiding pagina 3

Advertenties

SATEL
2.1 DIP switches
2.1.1 Adressering
Gebruik DIP switches 1 tot 3 om het adres in te stellen. Een numerieke waarde is
toegewezen aan elke switch. In de OFF positie is de waarde altijd 0. Numerieke waardes die
overeenkomen met de switches welke in de ON positie staan worden getoond in Tabel 1. Het
adres is de som van waarden welke zijn ingesteld met de switches 1-3. De interface moet
een individueel adres ingesteld hebben:
• van 0 tot 3 als deze aangesloten wordt op een INTEGRA 24 of INTEGRA 32
alarmsysteem;
• van 0 tot 7 als deze aangesloten is op een INTEGRA 64, INTEGRA 128,
INTEGRA 128 WRL, INTEGRA 64 Plus, INTEGRA 128 Plus of INTEGRA 128 Plus
alarmsysteem.
Het adres moet anders ingesteld worden dan andere apparaten aangesloten op de
bediendeel bus (het alarmsysteem ondersteund geen apparaten met identieke adressen).
2.1.2 Bepalen van de interface werkingsmode
U kunt de werkingsmode selecteren met switch 4 tot 8. Hoe deze ingesteld kunnen worden
staat in Tabel 2.
Interface werkingsmode
GUARDX programma verbinding
gebeurtenis rapportage
Integratie met third-party software
adres:
3
3. Opstarten van de interface
1. Zet de voeding op het alarmsysteem.
2. Start de "Bediendeel identificatie" functie in het bediendeel (S
S
H
TRUCTUUR
DIP switch nummer
Numerieke waarde
werkingsmode:
GUARDX programma
verbinding
Fig. 2. Instellingsvoorbeelden van de DIP switches.
I
ARDWARE
DENTIFICATIE
INT-RS Plus
1
1
Tabel 1.
4
5
UIT
UIT
AAN UIT
UIT AAN UIT
Tabel 2.
adres:
2
B
EDIENDEEL ID
2
3
2
4
DIP switch positie
6
7
8
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
werkingsmode:
gebeurtenis rapportage
ERVICE
.).
3
9
10
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
MODE

Advertenties

loading