Twee: Automatische deurvergrendeling AAN/UIT.
1) Open en sluit de deur twee maal binnen de 30 s (LED gaat branden).
Een maal:
Twee maal: Automatische deurvergrendeling AAN.
) Draai de sleutel (IG OFF > ON > OFF).
De LED gaat UIT en de knipperlichtjes gaan het aantal maal branden dat de deur werd
geopend/gesloten.
3) Draai de sleutel binnen de 30 seconden naar de stand ON om opnieuw te starten
vanaf punt 3).
Vijf: Bijkomende autoclaxon AAN/UIT.
1) Open en sluit de deur vijf maal binnen de 30 s (LED gaat branden).
Een maal:
Twee maal: Claxon AAN.
) Draai de sleutel (IG OFF > ON > OFF).
De LED gaat UIT en de knipperlichtjes gaan het aantal maal branden dat ls de deur
werd geopend/gesloten.
3) Draai de sleutel binnen de 30 seconden naar de stand ON om opnieuw te starten
vanaf punt 3).
Opmerking:
–
dit is niet voor alle automodellen mogelijk.
Negen: Passief activeren AAN/UIT.
1) Open en sluit de deur negen maal binnen de 30 s (LED gaat branden).
Een maal:
Twee maal: Passief activeren AAN.
) Draai de sleutel (IG OFF > ON > OFF).
De LED gaat UIT en de knipperlichtjes gaan het aantal maal branden dat de deur werd
geopend/gesloten.
3) Draai de sleutel binnen de 30 seconden naar de stand ON om opnieuw te starten
vanaf punt 3).
5. Diagnostiekmodus
Drie: Bevestiging alarmgeheugen.
1) Open en sluit de deur vier maal binnen de 30 s (LED gaat branden).
) Wanneer een deur wordt geopend binnen de 30s (LED AAN) na het kiezen van de
instelmodus.
3) Het systeem geeft de laatst alarmen door het aantal maal dat het knipperlichtje brandt
en de zoemer biept (0,35s. AAN/UIT - s pauze tussen de verschillende indicaties).
Een:
Volumetrische sensor
Twee: Bijkomende sensor (bijv. sensor voor kantelen)
Drie:
Deuren
Vier:
Koffer
Vijf:
Motorkap.
4
VSS1
Automatische deurvergrendeling UIT.
Claxon UIT.
Passief activeren UIT.