9.3.8 ONTVOCHTIGINGSMODUS
1. Werkingsgedrag zonder klep:
Bij een kamertemperatuur (T1) ≥25°C draaien zowel de ventilator als de
o
bijbehorende componenten 3 minuten en stoppen dan 4 minuten.
Bij een kamertemperatuur <25°C draaien zowel de ventilator als de
o
bijbehorende componenten 3 minuten en stoppen dan 6 minuten.
Bij een kamertemperatuur <16°C stoppen de ventilator en de bijbehorende
o
componenten met werken tot de temperatuur weer boven 16°C stijgt.
2. Storing van kamertemperatuursensor:
Bij een defecte kamertemperatuursensor draait de ventilator op stand 3 als
o
deze op automatische stand staat.
9.3.9 SLAAPFUNCTIE
De slaapfunctie is alleen effectief in de verwarmings- en koelmodus. De slaaptijd kan tot 8
uur worden ingesteld. Na 8 uur of het beëindigen van de slaapmodus, wordt de vorige
bedrijfsmodus hervat.
Specifieke werking:
In de koelmodus schakelt de ventilator naar de laagste snelheid (stand 1) bij het
inschakelen van de slaapmodus (de ventilatorsnelheid kan ook handmatig worden
aangepast). Twee uur na het inschakelen van de slaapmodus wordt de ingestelde
temperatuur elk uur met 1°C verhoogd.
In de verwarmingsmodus schakelt de ventilator naar de laagste snelheid (stand 1)
bij het inschakelen van de slaapmodus (de ventilatorsnelheid kan ook handmatig
worden aangepast). Binnen twee uur na het inschakelen van de slaapmodus wordt
de ingestelde temperatuur elk uur met 1°C verlaagd.
9.3.10 SENSORBESCHERMING BIJ BESCHADIGING
1. Beoordeling van sensorstoringen:
Het systeem detecteert dat de kamertemperatuursensor (T1) beschadigd is
o
wanneer de gemeten temperatuur lager is dan -45°C of hoger dan 90°C. In dat
geval geeft het LED-scherm een foutcode weer. Hetzelfde geldt voor de
buistemperatuursensor (T2) bij temperaturen buiten dit bereik.
2. Handeling na sensorbeschadiging (herstel van de werking na resetten van de fout):
Na beschadiging van de T1-sensor werkt de unit in de ontvangen aan-modus.
o
Na beschadiging van de T2-sensor werkt de unit normaal en rapporteert alleen de
o
sensorfout. De bescherming van de verdamper bij lage temperatuur in koelmodus,
anti-koude lucht en bescherming bij hoge temperatuur in verwarmingsmodus
worden geannuleerd.
3. Beoordeling van motorstoringen:
Als de hoofdprintplaat gedurende 1 minuut geen feedback van de motor ontvangt,
o
wordt dit als een fout beschouwd. Het hele systeem stopt, rapporteert de
foutcode, en de motor wordt elk uur opnieuw gestart.
Ventilatieconvector 300-600 L/R Handleiding
ProCalor | Frisselsteinstraat 5 | 5461AD Veghel | info@procalor.nl
|
02.05.2024
|
V1.0
28