Uitbalanceren – Wiebelende ventilator
Als de ventilator tijdens het draaien wiebelt, is dat geen teken dat deze niet goed
functioneert (zelfs als het wiebelen enkele centimeters is). Om het wiebelen te
verminderen, kunt u bij een uitgeschakelde ventilator:
1.controleren of alle bladen stevig zijn bevestigd (schroeven aandraaien);
2.de afstanden tussen elk bladen en het plafond controleren. U voert de meting
uit zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven. Als er verschillen zijn terwijl
de schroeven al goed zijn aangedraaid, controleert u of alle bladen dezelfde
vorm hebben. Als een blad duidelijk zichtbaar een andere vorm heeft, kan dat tijdens
het draaien voor onbalans zorgen.
Als u de voorgaande stappen hebt doorlopen en de ventilator nog steeds wiebelt,
moet u de meegeleverde balanceerset gebruiken om de ventilator als volgt
dynamisch uit te balanceren:
1. Schakel de ventilator in op de hoogste snelheid, zodat deze maximaal wiebelt.
2. Schakel de ventilator uit. Kies een blad en plaats een klemmetje (zie
afbeelding 1 hieronder) halverwege de schroefbevestiging en het uiteinde.
3. Schakel de ventilator weer in en controleer of het wiebelen meer of minder is
geworden. Schakel deze weer uit en plaats het klemmetje op een ander blad als
het wiebelen niet is verminderd. Herhaal deze stappen en bepaal bij welk blad het
wiebelen wel vermindert.
4. Laat het klemmetje zitten op het blad dat het beste resultaat geeft. Schuif het
klemmetje heen en weer langs dat blad tot u de positie vindt met het beste
resultaat.
5. Daarna plaatst u een van de gewichtjes bovenop het blad, op de middellijn
ter hoogte van het klemmetje (zie afbeelding 2 hieronder). Daarna verwijdert
u het klemmetje.
.7.