Informatie
Bij problemen
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in.
Als het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u de items in de
volgende checklist raadplegen. Met deze gids kunt u een probleem
dat afkomstig is van het toestel gemakkelijker identificeren.
Anders moet u zich ervan vergewissen dat de rest van uw systeem
correct is aangesloten ofwel uw erkende Alpine-dealer raadplegen.
Algemeen
Toestel of display werkt niet.
• Het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
- Als het toestel werd aangesloten volgens de instructies, zal het
niet werken als het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
• Verkeerde aansluiting van de voedingskabels.
- Controleer de aansluiting van de voedingskabels.
• Gesprongen zekering.
- Controleer de zekering van de accukabel van het toestel;
vervang indien nodig door een zekering met de juiste
stroomsterkte.
Geen of onnatuurlijke klank.
• Verkeerde of onveilige aansluitingen.
- Kijk na of de aansluitingen correct en stevig zijn.
Er wordt geen scherm weergegeven.
• De regeling van de helderheid is ingesteld op de minimumstand.
- Pas de regeling van de helderheid aan.
• De temperatuur in het voertuig is te laag.
- Verhoog de binnentemperatuur van het voertuig tot deze in het
bereik van de bedrijfstemperatuur ligt.
• De aansluitingen van de DVD- of van het navigatiesysteem
werden niet veilig uitgevoerd.
- Kijk na of de aansluitingen correct en stevig zijn.
Onduidelijke of lawaaierige weergave.
• De fluorescentieplaat is versleten.
- Vervang de fluorescentieplaat.
Het navigatiesysteem werkt niet.
• De aansluitingen met het navigatiesysteem zijn verkeerd.
- Kijk de aansluitingen met het navigatiesysteem na en sluit de
kabels correct en stevig aan.
Onduidelijke weergave van het beeld.
• De fluorescentiebuis is versleten.
- Vervang de fluorescentiebuis*
* Het vervangen van de fluorescentiebuis is niet kosteloos, zelfs
binnen de garantieperiode, aangezien de buis een
consumptieartikel is.
Toestel werkt niet.
• De stroom van de monitor is niet ingeschakeld.
- Schakel de stroom van de monitor in.
Er is geen beeld.
• De modus van de monitor staat niet in de modus die u wenst te
bekijken.
- Schakel om naar de modus die u wenst te bekijken.
• De handremdraad van de monitor is niet aangesloten.
- Sluit de handremdraad van de monitor aan en zet de handrem
aan.
(Voor meer details verwijzen we naar de aanwijzingen bij de
monitor.)
Het beeld is onduidelijk of lawaaierig.
• Voertuigaccu is zwak.
- Controleer de accu en de bedrading.
(Het toestel kan defecten vertonen als de accu minder dan 11
volt vermogen levert als een kracht wordt toegepast.)
• Fluorescentiebuis van de monitor is versleten.
- Vervang de fluorescentiebuis van de monitor.
Er verschijnen vlekken of stippellijnen/strepen op het
scherm.
• Deze kunnen worden veroorzaakt door neonlicht,
hoogspanningsleidingen, CB-zenders, ontstekingssystemen van
andere voertuigen, enz.
- Verplaats uw voertuig.
Specificaties
MONITOR SECTION
Schermafmetingen
LCD-type
Besturingssysteem
Aantal beeldelementen
Effectief aantal beeldelementen
Verlichtingssysteem
ALGEMEEN
Spanningsvereiste
Gewicht
CHASSISAFMETING (monitorgedeelte)
Breedte
Hoogte
Diepte
• Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de
technische gegevens en het ontwerp veranderen zonder
voorafgaande kennisgeving.
• Het LCD-paneel wordt gefabriceerd volgens een uiterst precieze
productietechnologie. De effectieve pixelverhouding bedraagt
ruim 99,99%. Dit betekent dat de kans bestaat dat 0,01% van de
pixels altijd aan of uit staat.
7,0-type
Transparant TN LCD
TFT actieve matrix
1.152.000 pxl.
99,99 % of meer
Koude kathode fluorescentiebuis
14,4 V DC
(11 - 16 V toegelaten)
(Monitorgedeelte) 680 g
178,2 mm
100,0 mm
35,5 mm
15
-NL