DOD status A
DOD status B
DOD status C
DOD status D
Defrost time A min
Defrost time B min
Defrost time C min
Defrost time D min
Avg. def. time A min
Avg. def. time B min
Avg. def. time C min
Avg. def. time D min
Instellingen
Main switch
Defrost control
Defrost type
Manuel start defrost
Manuel stop defrost
Fan run during def.
Defrost stop sensor
Defrost stop temp °C
Max. Defr. time min.
Pump down delay min
Drip delay min
Fan delay min
Fan start temp. °C
Max. hold time min
DOD mode
DOD reset
Min. time betw. Def.
AK2-CC 303A Version 1.0x
Status van Adaptieve Ontdooiing
0: Signaalfout
1: Tuning
2: Uit
3: Geen ijsopbouw
4: Weinig ijsopbouw
5: Gemiddelde ijsopbouw (ontdooistart)
6: Veel ijsopbouw
Status van Adaptieve Ontdooiing
Zie sectie A
Status van Adaptieve Ontdooiing
Zie sectie A
Status van Adaptieve Ontdooiing
Zie sectie A
Actuele tijdsduur ontdooiperiode of de duur van de laatst afgesloten ontdooiperiode
van sectie A
Actuele tijdsduur ontdooiperiode of de duur van de laatst afgesloten ontdooiperiode
van sectie B
Actuele tijdsduur ontdooiperiode of de duur van de laatst afgesloten ontdooiperiode
van sectie C
Actuele tijdsduur ontdooiperiode of de duur van de laatst afgesloten ontdooiperiode
van sectie D
Gemiddelde ontdooitijd van de laatste 10 ontdooiingen in sectie A
Gemiddelde ontdooitijd van de laatste 10 ontdooiingen in sectie B
Gemiddelde ontdooitijd van de laatste 10 ontdooiingen in sectie C
Gemiddelde ontdooitijd van de laatste 10 ontdooiingen in sectie D
Hoofdschakelaar:
Selecteer ontdooien. Ja/nee.
Selecteer ontdooitype
1: Elektrische ontdooiing
2: Natuurlijke ontdooiing
Handmatig ontdooistart bij ON
Stop handmatig ontdooien
Kies ventilator AAN of UIT tijdens ontdooien
Definitie van ontdooisensor
1: Stop op tijd
2: Stop op S2
3: Stop op S3
4: Stop op S4
5: Stop op S5-1
6: Stop op S5-1 en S5-2 (beide sensoren moeten de ontdooistoptemperatuur bereik
en)
Temperatuur waarop ontdooiing beëindigd wordt (max. tijd als beveiliging)
Max. toegestane ontdooitijd in minuten (beveiliging voor stop op temp.)
Tijdvertraging voor ontdooistart. De klep is dicht en de verdamper wordt afgezogen.
Tijdvertraging na ontdooiing. Afdruiptijd.
Max. toegestane tijdvertraging voordat ventilatoren weer starten na een ontdooiing
(vastvriezen waterdruppels)
Temperatuur waarbij de ventilatoren weer starten na een ontdooiing
Max. wachttijd (na gecoördineerde ontdooiing via datacommunicatie)
Instelling voor Adaptieve Ontdooiing
0: Geen Adaptieve Ontdooiing
1: Bewaak ijsopbouw (geen extra ontdooiing uitvoeren)
2: Adaptieve Ontdooiing kan ontdooiingen uitvoeren in dagconditie
3: Adaptieve Ontdooiing kan ontdooiingen uitvoeren in dag- en nachtconditie
Reset Adaptieve Ontdooiing (soms kan een ontdooiing worden gestart)
Min. tijd tussen ontdooiingen. Garandeert dat een ontdooiing volgens schema niet
direct na een adaptieve ontdooiing wordt uitgevoerd.
Menu operation RC8BP210 © Danfoss 06/2005
ON:
regelen
OFF: regeling gestopt
9