Inhoudsopgave
Advertenties
OPMERKING
Wanneer de gemeten weerstand hoger is dan 1M, kan het
even duren voordat de meting stabiliseert. Dit is normaal voor
hoge meetwaarden.
Als er geen invoer is, geeft de meter 'OL' weer.
Schakel voor uw eigen veiligheid alle voedingen in het getes-
te circuit uit en ontlaad alle condensatoren volledig.
CONTINUÏTEIT EN DIODES METEN
· Sluit de zwarte meetsonde aan op de COM-aansluiting [07] en
de rode sonde op de algemene invoeraansluiting [06].
FUSED
MAX 10A
· Draai aan de draaiknop [05] om de modus voor continuïteits-
en diodemetingen te selecteren.
600
200
20
2
200m
20M
200K
20K
FUSED
MAX 200mA
OFF
NCV
600
200
9V
1.5V
2000µ
200m
10A
2K
200
· Sluit de andere uiteinden van de meetsondes aan op beide
uiteinden van het gemeten object.
Als de weerstand van het gemeten object kleiner is dan 30 Ω,
schakelt het
apparaat automatisch over naar het continuïteitsveld. De
indicatie (groene LED) licht op en de zoemer weerklinkt om de
continuïteit tussen de aangesloten punten aan te geven. Het
LCD-scherm geeft de weerstandswaarde weer.
Als het te meten object een diode is, schakelt de meter auto-
matisch naar het diodeveld voor positieve continuïteit, terwijl
het LCD-scherm [02] bij benadering de doorlaatspanning van
de diode weergeeft. Als de diode open is of de polariteit omge-
keerd, wordt 'OL' weergegeven. Voor silicium pn-overgangen is
de normale waarde ongeveer 0,5-0,8V.
OPMERKING
Om schade aan de meter en persoonlijk letsel te voorkomen
bij het meten van pn-overgangen onder spanning, moet alle
stroom in het meetcircuit worden uitgeschakeld en moet de
restlading op alle condensatoren worden ontladen vóór de
meting.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
