Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ......................7 Veiligheid ..............................7 Gebruikte aanwijzing en symbolen ....................8 Beoogd gebruik ..........................9 Beoogd gebruik ..........................9 Doelgroep / personeelskwalificatie ....................10 ...
Het is getest en heeft de fabriek in goede veiligheidstechnische staat verlaten. Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt Busch-Jaeger geen aansprakelijkheid. Producthandboek 2CKA002273B9658 │7...
Veiligheid Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of geven nuttige aanwijzingen: Gevaar Levensgevaar / ernstige schade voor de gezondheid – Het waarschuwingssymbool in combinatie met het signaalwoord ‘Gevaar’ kenmerkt een direct dreigend gevaar dat tot de dood of tot ernstig (onherstelbaar) letsel leidt.
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 9 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. Busch-Jaeger is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie 2.4.1 Bediening Voor de bediening van het apparaat is geen speciale kwalificatie nodig. 2.4.2 Installatie, inbedrijfname en onderhoud De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 100 …...
Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Opbouw en functie Opbouw en functie Het apparaat is primair ontworpen voor het gebruik van dimbare 230V-LEDi (Retrofit-LED-lamp met geïntegreerd voorschakelapparaat). Het apparaat werkt naar keuze in faseaansnijding of faseafsnijding. Bovendien kunnen worden aangestuurd: laagvolt-LEDi; gloeilampen, 230V-halogeengloeilampen en laagvolthalogeenlampen op ■...
Opbouw en functie Functies Verdere functies: Programmering van het apparaat ook mogelijk zonder 230V-voedingsspanning. ■ Snelle parametrering in de ETS door meervoudig te gebruiken kanaalmodellen. ■ Omvangrijke test- en diagnosefuncties met de i-bus-tool. ■ Er kan een automatische lastherkenning worden geparametreerd. ■...
Opbouw en functie Veiligheidsfunctie 4.3.1 Kortsluitingsbeveiliging Het apparaat is met een elektronische zekering beschermd tegen vernietiging door een korgesloten belasting. Bij een kortstondige kortsluiting schakelt het apparaat ongeveer 0,5 seconden uit en daarna ■ weer in. Bij een langdurige kortsluiting schakelt het apparaat na 5 seconden blijvend uit. ■...
Opbouw en functie 4.3.2 Temperatuurbeveiliging 4.3.2.1 Temperatuurbewaking Het apparaat is met een temperatuurbewaking beschermd tegen vernietiging door oververhitting. De temperatuurbewaking scheidt het apparaat van het stroomnet voordat de ■ temperatuurgrenswaarden worden overschreden. Als de temperatuurbewaking ■ geactiveerd is, moet het apparaat via de plaatselijke bediening handmatig weer worden ingeschakeld.
Opbouw en functie 4.3.3 Netspanningsonderbreking Bij een onderbreking en uitschakeling van de netspanning: ■ – Het apparaat slaat de actuele helderheidswaarde en de bedrijfsmodus op. Bij terugkeer en inschakelen van de netspanning: ■ – Het apparaat roept de opgeslagen helderheidswaarde en de opgeslagen bedrijfsmodus weer op.
Opbouw en functie Soort belastingen Bedrijfsmodus: besturing met faseaansnijding 110 V 110 V 230 V 127 V 127 V 230 V max. max. min. LEDi 230 V AC 2 W/VA 40 W/VA 80 W/VA 2 W/VA 40 W/VA 80 W/VA 210 W/VA 2 W/VA 105 W/VA...
Pagina 20
Opbouw en functie Bedrijfsmodus: besturing met faseafsnijding 210 W/VA LEDi 230 V AC 2 W/VA 105 W/VA 2 W/VA 105 W/VA 210 W/VA 10 W/VA 105 W/VA 230 V AC 210 W/VA Afb.4: Belastingen bij bedrijfsmodus: besturing met faseafsnijding [A] Minimale belasting [B] Maximale belasting bij 110, 127 V per kanaal [C] Maximale belasting bij 230 V per kanaal [D] Bedrijfsmodus besturing met faseafsnijding...
Opbouw en functie 4.4.1 Maximaal aantal aansluitbare ledlampen Door de hogere stroompieken en de daaruit resulterende opwarming kan bij het gebruik van niet conventionele lampen met een dimmerkanaal een lagere maximale belasting worden ingezet. Hoewel veel fabrikanten in hun productbeschrijvingen de led-retrofit-belasting gelijk stellen aan de conventionele belasting, werd in metingen een veel lagere waarde voor de daadwerkelijke maximale belasting vastgesteld.
Opbouw en functie Kanaalbundeling 4.5.1 Apparaten met aansluitvermogen 80/210 W/VA Bedrijfsmodus / max aansluitvermogen 6 TE, 4-kanaals 8 TE, 6-kanaals 230 V AC LEDi faseaansnijding 4 x 80 W/VA 6 x 80 W/VA Groep LEDi faseaansnijding 1 x 200 W/VA 1 x 240 W/VA Gloeilamp + LEDi faseafsnijding 4 x 210 W...
Pagina 23
Opbouw en functie 300 W/VA 130 W/VA 350 W/VA 145 W/VA 400 W/VA 160 W/VA Producthandboek 2CKA002273B9658 │23...
Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Algemene aanwijzingen Let op! – beschadiging van apparatuur Bij de parallelschakeling van kanalen moeten deze op dezelfde fase aangesloten zijn. Bij verschillende fasen wordt de dimmer bij de parallelschakeling vernietigd. – Gebruik op transformatornetten met een aansluitvermogen van ≤ 10kVA is niet toegestaan! –...
Aansluiting, inbouw / montage Eisen aan de installateur Gevaar – Elektrische spanning! Installeer de apparaten uitsluitend wanneer u over de vereiste elektronische kennis en ervaring beschikt. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie brengt u het eigen leven en ■ dat van de gebruikers van de elektrische installatie in gevaar. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie kan aanzienlijke materiële ■...
Aansluiting, inbouw / montage Montage / demontage Het apparaat voor montage op DIN-rail mag uitsluitend op DIN-rails volgens DIN EN 500022 / DIN 60715 TH 35 (inclusief industriële uitvoering) worden gemonteerd. Monteren Om het apparaat te monteren gaat u als volgt te werk: –...
Aansluiting, inbouw / montage Elektrische aansluiting De elektrische aansluiting vindt plaats met behulp van schroefklemmen. De klemaanduidingen bevinden zich op de behuizing. De KNX-bus wordt aangesloten via de meegeleverde busaansluitklem. Als installatie-automaat moet een LS 16 gebruikt worden. Per kanaal een aparte nuldraadaansluiting.
Pagina 31
Aansluiting, inbouw / montage 24 V DC Afb. 11: Aansluitvoorbeeld: meerfasenbedrijf, meerkanaalse dimaktor Afb. 12: Aansluitklem KNX Draadstriplengte: 8 mm Draadstriplengte busaansluitklem: 5 … 6 mm Afb. 13: Draadstriplengte Producthandboek 2CKA002273B9658 │31...
Aansluiting, inbouw / montage Derating 6.5.1 Verlaging van het aansluitvermogen met LEDi: De opwarming van de dimmer wordt in belangrijke mate bepaald door de uitvoering van de ■ aangesloten LEDi. LEDi's met een lage powerfactor verwarmen de dimmer sterker zodat het aansluitvermogen indien nodig moet worden gereduceerd.
Aansluiting, inbouw / montage 6.5.3 Deratingcurve % procentuele waarden van het nominale vermogen °C omgevingstemperatuur Afb. 14: Derating Het maximale aansluitvermogen (100 %) is toegestaan bij een omgevingstemperatuur van - 5 °C … +45 °C. Bovendien geldt de deratingcurve. Producthandboek 2CKA002273B9658 │33...
Inbedrijfname Inbedrijfname Eerste inbedrijfname / setup Als tijdens de eerste inbedrijfname de belasting groter is dan de maximale belasting van het overbrugde kanaal, kan afhankelijk van het gebruikte type een bundeling van de kanalen worden uitgevoerd. De groepsvorming (parallelschakeling) wordt gerealiseerd met de inbedrijfnamesoftware ETS.
Inbedrijfname Software Om het apparaat in bedrijf te kunnen nemen, moet een fysiek adres worden toegewezen. De toekenning van het fysieke adres en het instellen van de parameters gebeurt met behulp van de Engineering Tool Software (ETS). Opmerking De apparaten zijn producten in het KNX-systeem en voldoen aan de KNX- richtlijnen.
Inbedrijfname 7.2.4 Applicatieprogramma kiezen De applicatie wordt via de ETS op het apparaat geladen. 7.2.5 Applicatieprogramma differentiëren Met de ETS kunnen verschillende functies gerealiseerd worden. Gedetailleerde parameterbeschrijvingen, zie hoofdstuk 11 “Applicatie-/parameterbeschrijvingen“ op pagina 42 (alleen in de talen DE, EN, ES, FR, IT en NL). ...
Updatemogelijkheden De firmware wordt met de ETS-app ‘KNX Bus Update’ geüpdatet. Opmerking De beschrijving van het updateproces kan in de elektronische catalogus (www.busch-jaeger-catalogus.nl) worden gedownload. Deze is op de apparaatpagina onder de rubriek ‘Software’ te vinden. Producthandboek 2CKA002273B9658 │37...
Bediening Bedrijfsindicatie Afb. 17: Bedrijfsindicatie (vorbeeld 4-voudig) Bedrijfsindicatie [1] per kanaal (A-x) met led- Status bedieningstoets Na het inschakelen van de netspanning: Rood De led brandt rood totdat het apparaat geïnitialiseerd en klaar ■ voor gebruik is. Tegelijkertijd wordt een belastingtest uitgevoerd. Het apparaat bevindt zich in de UIT-toestand.
Bediening Plaatselijke bediening op apparaat Het apparaat wordt bediend via KNX-bedieningselementen of met plaatselijke bediening op het apparaat. Aanwijzing Ook als het apparaat nog niet is geïntegreerd in een KNX-installatie, is de plaatselijke bediening op het apparaat via de bijbehorende kanaalimpulsdrukker mogelijk: Omschakeling handmatige bediening –...
Onderhoud Onderhoud 10.1 Reiniging Reinig vuile apparaten met een zachte droge doek. – Als dit niet voldoende is, maakt u een doek licht vochtig met een zeepoplossing. Producthandboek 2CKA002273B9658 │41...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie-/parameterbeschrijvingen 11.1 Applicatie "Kanaaltoewijzing" Met behulp van de kanaaltoewijzing worden de fysieke uitgangen toegewezen aan de logische KNX-kanalen. Zo kunnen bijvoorbeeld uitgangen gebundeld en parallel geschakeld worden om de aansluitbare belasting te verhogen. 11.1.1 Uitgangen bundelen Opties: 11.1.2 Uitgang X Met deze parameter kunnen de verschillende uitgangen worden toegewezen aan de kanalen en zo worden gebundeld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Apparaatinstellingen" 11.2 Applicatie "Apparaatinstellingen" 11.2.1 Algemeen In dit parametervenster worden hogere parameterinstellingen aangepast die relevant zijn voor het gehele apparaat. 11.2.1.1 Handmatige bediening toestaan Opties: Altijd Alleen bij KNX-uitval Altijd: ■ – De toetsen aan het apparaat te kunnen altijd worden gebruikt. Alleen bij KNX-uitval: ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Apparaatinstellingen" 11.2.1.3 Communicatieobject "In werking" vrijgeven Opties: Ja, cyclisch waarde 0 zenden Ja, cyclisch waarde 1 zenden Nee: ■ – Communicatieobject is niet vrijgegeven. Ja, cyclisch waarde 0 zenden: ■ – Het communicatieobject In werking wordt cyclisch met de waarde 0 naar de KNX-bus gestuurd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Scènes" 11.3 Applicatie "Scènes" 11.3.1 Scènes configureren In dit parametervenster wordt aan een dimmersscène een KNX-scène toegewezen. Hierdoor is het mogelijk om iedere willekeurige scène van de 64 KNX-scènes in de dimmer te integreren. Het apparaat heeft per kanaal 32 scènes. Deze scènes komen overeen met de dimmerscènes. Aan iedere scène kunnen naar wens kanalen worden toegewezen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Scènes" 11.3.2 Dimmerscène x Aanwijzing Dit parametervenster is zichtbaar als in het parametervenster "Scènes configureren" de dimmerscène x is toegewezen aan een KNX-scène. 11.3.2.1 Overgangstijd scènes Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) Deze parameter legt de duur vast waarin na een scèneoproep de scènedeelnemers de scènewaarde (helderheidwaarde) hebben bereikt.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Scènes" 11.3.2.3 Kanaal X scènewaarde Opties: Geen wijziging 100 % … 0 % Geen wijziging (geen bestanddeel van deze scène): ■ – Het kanaal hoort niet bij deze scène. Bij een scèneoproep wordt het kanaal niet beïnvloed. De actuele helderheidswaarde blijft ongewijzigd; ook bij het opslaan van de scène via de KNX-bus wordt de helderheidswaarde niet in het kanaal opgeslagen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4 Applicatie "Parametersjablonen" Onder de applicatie "Parametersjablonen" zijn sjablonen voor parametervenster te vinden waarop ieder kanaal van de dimmeruitgang betrekking kan hebben. Aan het begin van de kanaalparametrering moet worden gekozen of de parametrering van een kanaal betrekking heeft op het sjabloonvenster of op een individueel parametersvenster.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1 Basisinstellingen In dit parametervenster worden de basisinstellingen zoals dimbereik, schakel- en dimgedrag van de dimmeruitgang geparametreerd. 11.4.1.1 Belastingselectie Opties: Automatische lastherkenning Led/aansnijding Led-afsnijding en belastingen met RC-gedrag Gloeilamp/afsnijding Inductieve belasting/aansnijding Automatische lastherkenning: ■ – De dimmer tast automatisch af of het om een inductieve belasting gaat. Als dit niet het geval is, wordt deze op basis van faseaan- of faseafsnijding ingesteld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.2 Overgangsgedrag Opties: Lineair Logaritmisch Lineair: ■ – De dimcurve verloopt lineair en daarmee van begin tot eind gelijkmatig. Logaritmisch: ■ – De dimcurve verloopt logaritmisch en is beter aangepast aan het menselijke waarnemingsvermogen. In het lagere dimbereik zijn de wijzigingen langzamer en fijngevoeliger dan in het hogere dimbereik.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.4 Maximale dimwaarde Opties: Instelmogelijkheid van 100 tot 0,4 (%) Deze parameter legt de maximale helderheidswaarde vast die de lamp kan aannemen. Als een maximale dimwaarde wordt ingesteld die lager is dan de minimale dimwaarde, wordt in de dimmer maximale dimwaarde = minimale dimwaarde ingesteld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.6 Dimtijd tot inschakelwaarde bereikt (0 = starten) Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) ■ – Starten. De uitgang schakelt meteen AAN (ON-commando). 00:00:01….18:12:15 ■ – Gedurende deze tijd wordt de uitgang van 0%-helderheid op de inschakelwaarde gedimd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.7 Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime" Opties: Nee: ■ – De dimtijd wordt vast geparametreerd en kan niet via de KNX-bus worden gewijzigd. ■ – De dimtijd kan met het communicatieobject Flexibele dimtijd worden gewijzigd via de KNX-bus .
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.9 Inschakelen via dimwaarde toestaan (functie Dimwaarde) Opties: Nee: ■ – Het inschakelen met het helderheidstelegram is niet toegestaan. De uitgang moet ingeschakeld zijn voor het instellen met een helderheidswaarde. ■ – Het inschakelen met het helderheidstelegram is toegestaan. Met deze parameter wordt het inschakelgedrag van de uitgang bij het instellen van een helderheidswaarde via het communicatieobject "Helderheidswaarde"...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.11 Uitschakelwaarde Opties: Instelmogelijkheid van 100 tot 0,4 (%) Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter "Uitschakelen op uitschakelwaarde (functie schakelen)" op "Ja" staat. Deze parameter legt de helderheidswaarde voor de functie Uitschakelwaarde vast waarmee de uitgang bij ontvangst van een UIT-telegram uitgeschakeld wordt.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.13 Dimtijd tot uitschakelen bereikt (0 = starten) Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) ■ – Starten. De uitgang schakelt meteen UIT of op de uitschakelwaarde. 00:00:01….18:12:15 ■ – Gedurende deze tijd wordt de uitgang UIT of op de uitschakelwaarde gedimd. Met deze parameter kan een softstop worden ingesteld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.14 Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime" Opties: Nee: ■ – De dimtijd wordt vast geparametreerd en kan niet via de KNX-bus worden gewijzigd. ■ – De dimtijd kan met het communicatieobject Flexibele dimtijd worden gewijzigd via de KNX-bus .
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.16 Uitschakelen via dimwaarde toestaan (functie Dimwaarde) Opties: Nee: ■ – Het uitschakelen met het helderheidstelegram is niet toegestaan. De uitgang moet met het communicatieobject Schakelen uitgeschakeld of indien toegestaan uitgedimd worden. ■ – Het uitschakelen met het helderheidstelegram is toegestaan. Met deze parameter wordt het uitschakelgedrag van de uitgang bij het instellen van een helderheidswaarde via het communicatieobject "Helderheidswaarde"...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.18 Dimtijd tot dimwaarde bereikt (0 = starten) Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) Aanwijzing Hier kunnen meer instellingen voor de functie "Dimwaarde" worden aangepast. De functie moet hiervoor geactiveerd zijn (zie boven). ■ – Starten. De uitgang schakelt meteen op de dimwaarde. 00:00:01….18:12:15 ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.1.19 Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime" Opties: Nee: ■ – De dimtijd wordt vast geparametreerd en kan niet via de KNX-bus worden gewijzigd. ■ – De dimtijd kan met het communicatieobject Flexibele dimtijd worden gewijzigd via de KNX-bus .
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2 Terug- en foutmeldingen In dit parametervenster wordt de het statusgedrag en daarmee de terug- en foutmeldingen geparametreerd. 11.4.2.1 Communicatieobject "Status schakelen" vrijgeven Opties: ■ – Het communicatieobject Status schakelen wordt vrijgegeven. Hiermee wordt een 1-bit- Telegram met de actuele schakelstatus naar de KNX-bus verzonden.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2.4 Objectwaarde zenden Opties: Bij wijziging Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Communicatieobject "Status dimwaarde" vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Nee: ■ – De status wordt niet verzonden. Bij wijziging: ■ – De status wordt bij wijziging verzonden. 11.4.2.5 Tussenwaarden zenden bij overgangen (bijvoorbeeld omhoogdimmen, scèneovergang)
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2.7 Communicatieobject "Foutendiagnose" vrijgeven Opties: ■ – Communicatieobject is niet vrijgegeven. Nee: ■ – Communicatieobject is niet vrijgegeven. Met de parameter wordt het 1-byte-communicatieobject "Kanaal x: foutendiagnose" vrijgegeven. Bij activering kunnen met deze parameter foutendiagnoses worden gemaakt. Bij activering van het communicatieobject worden fouten in de eindfase als gecodeerd getal uitgegeven.
Pagina 64
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" KNX standaard bitveld Bitvelden Beschrijving Eenheid/waardebereik Attributen Bitnr. Bitset B 0: waar Fout Lastherkenning mislukt / 0 (lsb) lastherkenning onjuiste soort belasting 1: onwaar 0: waar Onderspanning Onderspanning netvoeding 1: onwaar 0: waar Overstroomt/kortsluiting op Overstroom belastingzijde 1: onwaar 0: waar Onderbelasting/geen...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.2.9 Zendcyclus Opties: Instelmogelijkheid 00:00:00 tot 18:12:15 (hh:mm:ss) Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Communicatieobject "Foutendiagnose" vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Met deze parameter wordt het verzendingsinterval vastgelegd waarmee de status van de foutendiagnose wordt verzonden. 11.4.2.10 Communicatieobject "Fout"en vrijgegeven Opties:...
Pagina 66
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" Voor kortsluiting Opties: Voor netfouten Opties: Voor hardwarefouten Opties: Voor "Dimmer herkent andere belasting dan geparametreerd " Opties: Producthandboek 2CKA002273B9658 │66...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3 Blokkerings- en dwangfunctie In dit parametervenster worden de instellingen voor de dwangsturing geparametreerd. Werkwijze dwangsturing De actieve dwangsturing, ongeacht of deze via een 1-bit- of 2-bit-aansturing geactiveerd is, is van invloed op het gehele gedrag van het kanaal. Bij de oproep van de dwangsturing wordt de in de ETS geparametreerde helderheidswaarde ingesteld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.2 Formaat van dwangobject Opties: 1 bit 2 bit 1 bit: ■ – Het communicatieobject Dwangsturing 1-bit wordt vrijgegeven. Als de dimmer via dit communicatieobject een telegram met de waarde 1 ontvangt, wordt het kanaal gedwongen gestuurd. Met de waarde 0 wordt de dwangsturing opgeheven en het kanaal weer vrijgegeven.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.3 Dimwaarde bij dwang activeren Opties: Geen wijziging (blokkeren) 100% … 0,4% Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Dwangsturing vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Geen wijziging (blokkeren) ■ – Het kanaal bevindt zich in de dwangsturing en is dus geblokkeerd. Het kanaal behoudt de eerder vastgelegde waarde.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.5 Toestand na KNX-spanningsterugkeer Opties: Inactief Gedwongen inschakelen Toestand vóór KNX-uitval Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Dwangsturing vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Inactief: ■ – Het kanaal wordt na de terugkeer van de busspanning vrijgegeven en bevindt zich niet meer in de dwangsturing.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.3.7 Objectwaarde zenden Opties: Bij wijziging Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Dwangsturing vrijgeven" op "Ja" is ingesteld. Nee: ■ – De status wordt niet verzonden. Bij wijziging: ■ – De status wordt bij wijziging verzonden. ...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.4 Storingen In dit parametervenster wordt aangegeven hoe de apparaten in bepaalde storingssituaties moeten reageren. 11.4.4.1 Dimwaarde tijdens KNX-spanningsuitval Opties: Geen wijziging 100 % … 0 % Geen wijziging: ■ – De helderheid van het kanaal verandert niet. Uitgeschakelde deelnemers blijven uitgeschakeld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.4.3 Dimwaarde bij netspanningsterugkeer Opties: Actuele KNX-toestand 100% … 0% Actuele KNX-toestand: ■ – De helderheid van het kanaal blijft overeenkomstig de actuele KNX-toestand bestaan. Uitgeschakelde deelnemers blijven uitgeschakeld. De tijdfuncties zoals trappenlicht en inbranden worden niet voortgezet. 100%….0%: ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.4.5 Communicatieobject "Belastingtest activeren" vrijgeven Opties: ■ – Activeert een belastingtest voor het betreffende kanaal. Nee: ■ – De belastingtest voor het betreffende kanaal wordt gedeactiveerd. Met deze parameter kan als alternatief voor het indrukken van de led-bedieningstoets (> 10 seconden) een belastingtest op een willekeurig kanaal worden uitgevoerd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.5 Centrale objecten De werkwijze van de centrale objecten "Schakelen", "Dimmen" en "Waarde" lijkt op die van de "normale" kanaalobjecten "Schakelen", "Dimmen" en "Waarde". Het verschil is dat centrale objecten net als broadcast-objecten tegelijkertijd op alle kanalen actief zijn. Eerst moet in de afzonderlijke kanalen de deelname aan de centrale functies worden vrijgeschakeld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.6 Karakteristiekcorrectie Met deze functie kunnen de instelwaarden van problematische installaties met lampen die bij standaardinstellingen nog steeds een ongelijkmatig dimgedrag vertonen worden gecorrigeerd. Normaal wordt ervan uitgegaan dat de aangesloten lampen zich lineair gedragen, d.w.z. dat een ontvangen KNX-helderheidswaarde van 50 % ook in een helderheid van 50 % op de lamp resulteert.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.6.3 KNX-dimwaarde 0% (UIT) Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Karakteristiek gebruiken" op "Ja" is ingesteld. De bij de KNX-waarde 0 % gemeten helderheidswaarde (lamp UIT) wordt gebruikt voor de offsetcorrectie als de ruimte niet helemaal kan worden verduisterd. Deze offsetwaarde mag tijdens de gehele opname van de karakteristiek niet wijzigen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Parametersjablonen" 11.4.6.7 KNX-dimwaarde 100% Aanwijzing Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter "Karakteristiek gebruiken" op "Ja" is ingesteld. Bij deze parameter wordt 100 % als uitgangswaarde voor de helderheidswaarde gebruikt. Alle lagere ingevoerde percentages worden gebruikt als vaste punten. 11.4.6.8 Gemeten luxwaarde/sensorwaarde 100 % Opties:...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie "Kanaal x" 11.5 Applicatie "Kanaal x" Opties: Individueel Uit sjabloon overnemen Individueel: ■ – Het kanaal wordt individueel geparametreerd. De bijbehorende parameters voor het kanaal worden weergegeven. De inhoud van de individuele parameters komt overeen met die van de parameters uit het sjabloon. Uit sjabloon overnemen: ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6 Applicatie – Algemene functies: kanaal x Opties: Inactief Telegram cyclisch Poort Trappenhuisverlichting Vertraging Inactief: ■ – De applicatie is niet actief. Er zijn geen parameters beschikbaar. Telegrammen cyclisch: ■ – Na ontvangst van een telegram op het object "GFx: Ingang" wordt een telegram met dezelfde inhoud via het object "GFx: Uitgang"...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1 Telegram cyclisch Met de applicatie kunnen telegrammen onder vastgelegde voorwaarden cyclisch naar de bus worden verzonden. De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Vrijgave" (1-bit-object) ■ De objecten "GFx: Ingang" en "GFx: Uitgang" kunnen verschillende groottes aannemen (1 bit … 4 byte, afhankelijk van het gekozen objecttype).
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1.3 Cyclustijd Opties: Instelmogelijkheid van 00:00:55 tot 01:30:00 (hh:mm:ss) De telegrammen van het in-bedrijf-object worden cyclisch naar de bus verzonden. De parameter legt het tijdsinterval vast waarna de telegrammen opnieuw worden verzonden. 11.6.1.4 Vrijgaveobject Opties: Gedeactiveerd...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1.6 Vrijgaveobject na spanningsterugkeer Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Geblokkeerd: ■ – Na terugkeer van de busspanning wordt het object "GFx: Vrijgave" niet geactiveerd. De blokkeerfunctie is gedeactiveerd. Vrijgegeven: ■ – Als het object "GFx: Vrijgave" voorafgaande aan het uitvallen van de busspanning geactiveerd was, wordt deze ook na de terugkeer van de busspanning geactiveerd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.1.8 Waarde voor cyclisch verzenden De mogelijke opties en instelgrenzen zijn afhankelijk van de parameter "Objecttype". Opties bij selectie "1 bit schakelen" en "1 bit alarm": Opties: Opties bij selectie "1 byte 0..100%": Opties: Instelmogelijkheid van 0 tot 100 (%) Opties bij selectie "1 byte 0..255":...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2 Poort Met de applicatie kunnen bepaalde signalen worden gefilterd en kan de signaalstroom tijdelijk worden geblokkeerd. De volgende communicatieobjecten zijn beschikbaar: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Stuuringang" (1-bit-object) ■ De objecten "GFx: Ingang" en "GFx: Uitgang" kunnen verschillende groottes aannemen (1 bit … 4 byte, afhankelijk van het gekozen objecttype).
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2.4 Datastroomrichting Opties: Ingang in richting uitgang Uitgang in richting ingang In beide richtingen Uitgang in richting ingang: ■ – Telegrammen worden van het object "GFx: Ingang" naar het object "GFx: Uitgang" doorgestuurd. Uitgang in richting ingang: ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2.6 Vrijgaveobject Opties: Gedeactiveerd geactiveerd Gedeactiveerd: ■ – Het object "GFx: Stuuringang" is niet vrijgeschakeld. Geactiveerd: ■ – Het object "GFx: Stuuringang" is vrijgeschakeld. De functie "Poort" kan via het object "GFx: Stuuringang" tijdelijk worden geblokkeerd. Met de parameter wordt het 1 bit-communicatieobject "GFx: Stuuringang"...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.2.8 Vrijgaveobject na spanningsterugkeer Opties: Geblokkeerd Vrijgegeven Geblokkeerd: ■ – Na terugkeer van de busspanning wordt het object vrijgaveobject niet geactiveerd. De blokkeerfunctie is gedeactiveerd. Vrijgegeven: ■ – Als het vrijgaveobject voorafgaande aan het uitvallen van de busspanning geactiveerd was, wordt deze ook na de terugkeer van de busspanning geactiveerd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3 Trappenhuisverlichting Met de applicatie kan aan schakeltelegrammen en waardetelegrammen een nalooptijd worden toegewezen. De applicatie beschikt over de volgende communicatieobjecten: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Ingang_uitgang" (1-bit-object) ■ "GFx: Nalooptijd" (2-byte-object) ■ "GFx: Voorwaarschuwingstijd uitschakeling" (2-byte-object) ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3.2 Objecttype / aantal objecten Opties: Een 1-bit-object voor in- en uitgang Twee 1-bit-objecten voor in- en uitgang Twee 1-byte-objecten voor in- en uitgang Een 1-bit-object voor in- en uitgang: ■ – Als via het object "GFx Ingang_uitgang" een aan-telegram wordt ontvangen, start een instelbare nalooptijd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3.4 Opnieuw triggeren Opties: Gedeactiveerd geactiveerd Gedeactiveerd: ■ – De ingestelde nalooptijd loopt altijd tot het einde zodat na afloop van de vertragingstijd altijd een telegram wordt verzonden via het object "GFx: Uitgang". Geactiveerd: ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.3.6 Tijd voor voorwaarschuwing uitschakeling (s) Opties: Instelmogelijkheid van 1 tot 5400 Met de parameter wordt vastgelegd op welk moment de trappenhuisverlichting door knipperen of omlaag dimmen voor het einde van de nalooptijd moeten waarschuwen. De waarschuwing vindt plaats na de ingestelde tijd voor afloop van de nalooptijd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x ingestelde vertragingstijd worden de ontvangen telegrammen via het object "Uitgang" verzonden. De applicatie beschikt over de volgende communicatieobjecten: "GFx: Ingang" ■ "GFx: Uitgang" ■ "GFx: Vertragingstijd" (2-byte-object) ■ De objecten "GFx: Ingang" en "GFx: Uitgang" kunnen verschillende groottes aannemen (1 bit … 4 byte, afhankelijk van het gekozen objecttype).
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x – Waarde wordt als 4-byte-waarde zonder voorteken verzonden (0 … 4294967295), bijv. telimpuls. De ingestelde optie legt de bit-grootte van het ingangs- en uitgangsobject gezamenlijk vast. 11.6.4.3 Vertragingstijd Opties: Instelmogelijkheid van 00:00:01.000 tot 01:00:00.000 (hh:mm:ss.fff) Met de parameter wordt ingesteld met welke vertraging de via het object "GFx: Ingang"...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.4.6 Filterfunctie Opties: Filterwaarde wordt vertraagd, andere worden direct verzonden Filterwaarde wordt vertraagd, andere worden onderdrukt Filterwaarde wordt direct verzonden, andere worden vertraagd Filterwaarde wordt onderdrukt, andere worden vertraagd Filterwaarde wordt vertraagd, andere worden direct verzonden: ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie – Algemene functies: kanaal x 11.6.4.7 Filterwaarde De mogelijke opties en instelgrenzen zijn afhankelijk van de parameter "Objecttype". Opties bij selectie "1 bit schakelen": Opties: Opties bij selectie "1 bit bewegen" en "1 bit stop/verstellen": Opties: Omhoog Omlaag Opties bij selectie "1 byte 0..100%": Opties: Instelmogelijkheid van 0 tot 100 (%)
Communicatieobjecten Communicatieobjecten Om snel een overzicht te verkrijgen over de functiemogelijkheid van de dimmer, zijn alle communicatieobjecten opgenomen in een overzichtstabel. De gedetailleerde functie kan in de daaropvolgende beschrijving van de individuele communicatieobjecten worden nagelezen. Aanwijzing Enkele communicatieobjecten zijn dynamisch en alleen zichtbaar als de bijbehorende parameters in het applicatieprogramma geactiveerd zijn.
Pagina 103
Communicatieobjecten Kanaal x: 1.005 14, 31, 48, Uitgang 1 bit Fout Alarm Kanaal x: 1.001 15, 32, 49, Ingang 1 bit Dwangsturing 1 bit Schakelen Kanaal x: 2.001 Ingang 2 bit Dwangsturing 2 bit Prio. schakelen Kanaal x: 1.001 16, 33, 50, Status Uitgang 1 bit...
Pagina 104
Communicatieobjecten Objectf Naam Lengte Gegevenstype Flags unctie Algemene functies Afhankelijk Afhankelijk Afhankelijk van applicatie 75, 79, 83, applicatie en applicatie en 87, 91 objecttype objecttype GFx: Ingang Ingang objecttype (kan (zie Algemene (zie variëren!) (zie functies) Algemene Algemene functies) functies) Afhankelijk Afhankelijk 76, 80, 84,...
Communicatieobjecten 12.1 Communicatieobjecten - dimmer Aanwijzing De communicatieobjecten Centraal "In werking", "Schakelen", "Dimmen", "Waarde" en "uitschakelhelderheid activeren" werken ongeveer net zoals de "normale" kanaalobjecten "Schakelen", "Dimmen" en "Waarde" behalve dat deze als broadcast-objecten op alle kanalen tegelijkertijd werken. In de afzonderlijke kanalen moet vooraf de deelname aan de centrale functies worden vrijgeschakeld.
Communicatieobjecten 12.1.2 Centraal: Schakelen Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 1.001 Centraal: Ingang 1 bit Schakelen Schakelen Afhankelijk van parameter: geen Met dit communicatieobject worden alle op het apparaat aangesloten deelnemers met de in het parametervenster Parameterinstellingen, zie hoofdstuk 11.4.1 “Basisinstellingen“ op pagina 49, ingestelde helderheidswaarden in- of uitgeschakeld.
Communicatieobjecten 12.1.4 Centraal: Waarde Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 5.001 Centraal: Waarde Ingang 1 byte Procent (0 ... 100%) Afhankelijk van parameter: "Communicatieobject "Status dimwaarde" vrijgeven" Via dit 1-byte-communicatieobject wordt bij ontvangst van een waardetelegram de uitgang op de betreffende waarde gedimd.
Communicatieobjecten 12.1.5 Centraal: uitschakelhelderheid activeren Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T Centraal: 1.001 uitschakelhelderhei Ingang 1 bit Schakelen d activeren Afhankelijk van parameter: functie besturen via communicatieobject "Functie uitschakelwaarde activeren". Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X of parametersjablonen: uitschakelgedrag, zie hoofdstuk 11.4.1.16 “Uitschakelen via dimwaarde toestaan (functie Dimwaarde)“...
Communicatieobjecten 12.1.6 Scène: scène Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 18.001 Scène: scène Ingang 1 byte Scènes controle Afhankelijk van parameter: een scène wordt toegewezen. Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster "Scènes configureren", zie hoofdstuk 11.3.1.1 “Dimmerscène x: KNX-scène“...
Communicatieobjecten 12.1.7 Communicatieobjecten kanaal x Communicatieobjecten kanaal x In de kolom nr. (objectnummer) zijn de objectnummers van de bijbehorende kanalen en in de tweede regel de objectnummers van de eerste twee kanalen aangegeven. Afhankelijk van de kanaalbundeling verschijnen hierbij objecten of niet. De verwijzing naar een kanaal-parametervenster onderscheidt zich eveneens alleen in de aanduiding Kanaal x.
Communicatieobjecten 12.1.9 Kanaal x: relatief dimmen Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T Kanaal x: 3.007 8, 25, Ingang 4 bit 42, 59 Relatief dimmen Dimmer stap Afhankelijk van parameter: geen Met dit communicatieobject wordt een relatief-dimmen-telegram op alle aangesloten deelnemers in het kanaal (uitgang) ontvangen.
Communicatieobjecten 12.1.11 Kanaal x: status schakelen Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T Kanaal x: 1.011 10, 27, Uitgang 1 bit 44, 61 Status schakelen Schakelen Afhankelijk van parameter: Communicatieobject "Status schakelen" vrijgeven Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X sjabloon (of parametersjablonen), zie hoofdstuk 11.4.2.1 “Communicatieobject "Status schakelen"...
Communicatieobjecten 12.1.13 Kanaal x: Flexibele dimtijd Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T Kanaal x: 7.005 12, 29, Ingang/uitgang 2 bytes x x x 46, 63 Flexibele dimtijd Tijd (s) Afhankelijk van parameter: communicatieobject Dimtijd aanpasbaar via object "Flexibele dimtijd/fadetime"...
Pagina 114
Communicatieobjecten Telegramwaarde: 0 … 65.535 x 1 s: Telegramwaarde in 1 s Effectieve fadetime [s] volgens DIN EN 62 386-102 5 en 6 7 … 9 10 … 13 14 … 18 19 … 26 27 … > 32 … 65.535 Tijdswaarden hebben een foutmarge van +/-3 s Voor de overgangstijd van de scène gelden voor het gehele Scène...
Communicatieobjecten 12.1.14 Kanaal X: foutdiagnose Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 13; 30; Kanaal X: Uitgang 1 byte 47; 64 foutdiagnose Afhankelijk van parameter: communicatieobject "Foutdiagnose" vrijgeven Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X -> Terug- en foutmeldingen (of parametersjablonen), de parameter Communicatieobject "Foutdiagnose"...
Communicatieobjecten 12.1.16 Kanaal x: dwangsturing 1 bit / 2 bit Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 1.001 15, 32, Kanaal x: Ingang 1 bit 49, 66 dwangsturing 1 bit Schakelen 2.001 Kanaal x: Ingang 2 bit Prio.
Communicatieobjecten 12.1.17 Kanaal x: status dwangsturing Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 16, 33, Kanaal x: status Uitgang 1 bit 1.001 50, 67 dwangsturing Afhankelijk van parameter: Communicatieobject "Status dwangsturing" vrijgeven Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster Kanaal X -> Blokkerings- en dwangfunctie (of parametersjablonen), de parameter Communicatieobject "Status dwangsturing"...
Communicatieobjecten 12.2 Kanalen (Algemene functies) Kanalen (Algemene functies) De communicatieobjecten met betrekking tot de kanalen (Algemene functies) verschijnen afhankelijk van de parametrering voor ieder kanaal in dezelfde volgorde. Hieronder wordt slechts één volgorde expliciet voorgesteld. De individuele kanalen worden onderscheiden door de kanaalnummering (bijvoorbeeld GF1 etc.).
Communicatieobjecten 12.2.3 Telegram cyclisch – vrijgave Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 77, 81, 85, 89, 93 (gelijk aan 1.001 GFx: GFx: vrijgave Ingang 1 bit Schakelen stuuringang) (kan variëren!) Afhankelijk van parameter: vrijgaveobject Dit communicatieobject is vrijgegeven als bij geactiveerde applicatie "Telegram cyclisch" in het parametervenster Algemene functies ->...
Communicatieobjecten 12.2.4 Poort — ingang Lengt Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Flags C R W T 75, 79, 83, 1.001 87, 91 GFx: Ingang Ingang 1 bit (kan Schakelen variëren!) 1.008 GFx: Ingang Ingang 1 bit Op/neer 1.001 GFx: Ingang Ingang 1 bit Schakelen 2.001...
Communicatieobjecten 12.2.5 Poort — uitgang Lengt Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Flags C R W T 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 1.008 GFx: Uitgang 1 bit uitgang0020 Op/neer 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 2.001 GFx: Uitgang Uitgang 2 bit Prio.
Communicatieobjecten 12.2.6 Poort — Stuuringang Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 77, 81, 85, 89, 93 (gelijk aan GFx: GFx: 1.001 Ingang 1 bit vrijgave) Stuuringang Schakelen (kan variëren!) Afhankelijk van parameter: vrijgaveobject Dit communicatieobject is vrijgegeven als bij geactiveerde applicatie "Poort" in het parametervenster Algemene functies ->...
Communicatieobjecten 12.2.8 Trappenhuisverlichting — nalooptijd Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 76,80, 7.008 84,88, 92 GFx: nalooptijd Ingang 2 byte x x x (kan Tijd (s) variëren!) Afhankelijk van parameter: geen Met het 2-byte-communicatieobject worden telegrammen met de ingestelde nalooptijd ontvangen.
Communicatieobjecten 12.2.10 Trappenhuisverlichting — uitgang Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit 78, 82, 86, Schakelen 90, 94 5.001 (kan GFx: Ingang Ingang 2 byte Procent variëren) (0 … 100%) Afhankelijk van parameter: geen Met het 1-bit-communicatieobject worden aan- en uit-telegrammen verzonden.
Communicatieobjecten 12.2.11 Vertraging — ingang Lengt Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Flags C R W T 1.001 GFx: Ingang Ingang 1 bit Schakelen 1.008 GFx: Ingang Ingang 1 bit Op/neer 1.001 GFx: Ingang Ingang 1 bit Schakelen 5.001 GFx: Ingang Ingang 1 byte Procent (0 ...
Communicatieobjecten 12.2.12 Vertraging — uitgang Lengt Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Flags C R W T 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen 1.008 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Op/neer 1.001 GFx: Uitgang Uitgang 1 bit Schakelen GFx: Uitgang Uitgang GFx: Uitgang Uitgang 5.001 GFx: Uitgang...
Communicatieobjecten 12.2.13 Vertraging — vertragingstijd Gegevenstyp Nummer Naam Objectfunctie Lengte Flags C R W T 77,81, 85,89, 7.008 GFx: vertragingstijd Ingang 2 byte x x x Tijd (s) (kan variëren) Afhankelijk van parameter: geen Met het 2-byte-communicatieobject worden telegrammen met de ingestelde vertragingstijd ontvangen.
Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Voor omvangrijke test- en foutdiagnosefuncties kan de i-bus-tool worden gebruikt. Overzicht De overzichtspagina geeft een samenvattend overzicht van de belangrijkste instellingen en toestanden van de individuele dimkanalen. Detail Op de detailpagina kan de gebruiker apart voor ieder kanaal concrete dimwaarden instellen en zo bijvoorbeeld de grenzen van het dimbereik vastleggen.
Index Index A M Aansluiting, inbouw / montage ..........27 Maatschetsen ...............26 Apparaatoverzicht ..............14 Maximaal aantal aansluitbare ledlampen ......21 Applicatie Milieu ..................12 "Apparaatinstellingen"............. 43 Montage ................29 Applicatie-/parameterbeschrijvingen ......9, 36, 42 N Applicatieprogramma differentiëren ........36 Applicatieprogramma kiezen ..........36 Nalooptijd ................94 Netspanningsonderbreking ..........18 B ...
Pagina 131
Busch-Jaeger Elektro GmbH Een onderneming van de ABB-groep Postbus 6710 BC Ede Frankeneng 15 6716 AA Ede www.BUSCH-JAEGER.de info.bje@de.abb.com Centrale verkoopservice: Tel.: +49 2351 956-1600 Fax: +49 2351 956-1700...