Meten met statief
De referentie moet op de juiste manier worden aangepast om correcte metingen te
kunnen maken met een statief. U kan het referentiepunt instellen door de
De instelling wordt op het display getoond.
Werking
Aan en uitzetten van het toestel
Zet het toestel aan door gebruik te maken van de
De
-toets voor enkele seconden ingedrukt houden zal het toestel uitschakelen. De
laser schakelt zichzelf uit na ±30 seconden van inactiviteit, het toestel na ±3 minuten.
Wis-toets
Door op de
-toets te drukken, zal de laatste actie ongedaan gemaakt worden.
Tijdens het maken van oppervlakte of volumemetingen kan elke afzonderlijke meting
gedeletet en opnieuw gemeten worden.
Referentiepunt
Het standaard referentiepunt van het toestel bevindt zich aan de achterkant van het
toestel. Op het display verschijnt volgend symbool:
Druk op de
-toets om het referentiepunt te verleggen naar de voorkant van het
toestel. Op het display verschijnt volgend symbool:
Druk nogmaals op de
-toets om het referentiepunt opnieuw naar achteraan het
toestel te brengen. Het display toont opnieuw het volgend symbool:
Het referentiepunt kan ook worden verlegd naar het punt van de positioneersbeugel,
wanneer deze 180° uitgevouwen is. Dit kan met dezelfde toets, enkel wanneer deze
opengevouwen is. Het display toont .
Tilt-functie
Voor sommige meetfuncties kan de helling van het toestel gebruikt worden om het
resultaat te berekenen. Gebruik de
DISTY40 / DISTY80
-toets.
.
.
-toets om deze functie te activeren.
HANDLEIDING
-toets.
.
5