ALARMMELDING
Als er rook wordt gedetecteerd, zendt de melder een akoestisch/optisch signaal uit.
De melder zal ononderbroken piepen (3 maal herhaald – pauze) en de rode LED zal tegelijkertijd knipperen.
Het alarm blijft actief tot de lucht gereinigd is.
Bij alarm moet het gebouw onmiddellijk worden geëvacueerd en moeten alle personen het gebouw verlaten
hebben.
Blijf niet staan om hulp te roepen of uw bezittingen te halen.
Neem contact op met de betreffende dienst van het geïntegreerde reddingssysteem.
Wacht tot de lucht weer schoon is.
Verwijder de batterij niet om de alarmmodus te onderbreken – de melder zal niet werken!
HANDMATIG UITSCHAKELEN VAN HET ALARM
Het akoestische alarmsignaal kan tijdelijk worden uitgeschakeld.
Druk op de hoofdknop, het geluidssignaal wordt gedurende 8 minuten uitgeschakeld.
Het uitschakelen wordt aangegeven door een 1× knipperen van de rode LED om de 8 seconden.
Gebruik de uitschakelfunctie alleen als het een vals alarm is, veroorzaakt door bijvoorbeeldstoom, kookdampen
of aangebrand voedsel. Wacht tot de lucht weer schoon is.
Verwijder de batterijen niet om de alarmmodus te onderbreken – de melder zal niet werken!
Overzicht van mogelijke foutsituaties van de melder
Status
Testmodus werkt niet
Alarmmelding door gelijktijdige 1× pieptoon/
1× knipperen van rode LED om de 48 seconden
De alarm piept om de 48 seconden (de melder staat
in de foutmodus).
De melder maakt willekeurig een ander
waarschuwingsgeluid dan normaal.
Oplossing
1. Controleer of de batterij correct is
aangesloten.
2. Maak de melder schoon.
3. Als de storing zich opnieuw voordoet, moet u
de apparatuur reclameren.
De batterij is leeg, vervang hem.
1. Maak de melder schoon.
2. Claim de melder of vervang deze door een
nieuwe.
1. Maak de detector schoon en voer de test uit.
2. Verplaats de melder.
3. Claim het apparaat of vervang het door een
nieuwe.
NL | 9