Advertenties
SATEL
2. Installatie
Alle aansluitingen dienen te worden gemaakt met de spanning uitgeschakeld
van de Integra.
1. Plaats de uitbreidingsprint op de afstandsbussen in de behuizing.
2. Gebruik de dipswitches om het adres in te stellen op de uitbreiding.
3. Sluit de busdraden aan (de eerste bus: CK1, DT1, COM of de tweede bus: CK2, DT2,
COM - zoals aangegeven op de inbraakcentrale hoofdprint) op de aansluitingen CLK,
DTA en COM.
4. Sluit de draden aan voor het sabotage contact in de uitbreiding behuizing indien gebruikt.
Waar twee uitbreidingen zijn geïnstalleerd in de uitbreiding behuizing, dient de TMP
ingang van één van de twee te worden kortgesloten naar aarde en de contact draden
worden dan aangesloten op de TMP ingang van de andere.
5. Sluit de draden aan van de te besturen apparaten.
6. Sluit de voeding van de uitbreiding aan op de +12V en de COM. Het voeden van de
uitbreiding hoeft niet perse vanuit de hoofdprint te gebeuren. Een buffer voeding of een
andere uitbreiding met voeding kan hier ook voor worden gebruikt. De details van de
kabel verbindingen worden getoond in de Integra handleiding „Systeem Beschrijving en
Installatie".
7. Start de voeding op van de Centrale.
8. Roep de functie „Uitbreiding Identificatie" ( Service mode;
vanaf het bediendeel. De D9 LED start met knipperen. Wanneer de identificatie is
voltooid, worden alle nieuwe uitgangen geprogrammeerd naar de fabriek standaard, de
uitgang types worden ingesteld als nul (niet gebruikt).
9. Bij gebruik van de DLOADX software stelt u de nieuwe parameters in of via het LCD
bediendeel.
10. Beëindig de service mode werking, en bewaar de data in het FLASH geheugen.
3. Technische gegevens
Voeding .............................................................................................................. 12 V DC ±15%
Aantal programmeerbare uitgangen ........................................................................................ 8
Verbruik (niets aangesloten op de OC type uitgangen of actieve relais) ......................... 36 mA
Verbruik bij actief relais .................................................................................................... 20 mA
OC type uitgang maximale belasting ............................................................................... 50 mA
Maximaal voltage geschakeld over het relais ..................................................................... 24 V
Maximaal verbruik geschakeld over het relais ...................................................................... 2 A
Afmetingen .............................................................................................................. 68x140 mm
Milieu klasse ............................................................................................................................ II
Bereik Werking Temperatuur ............................................................................ -10 °C...+55 °C
Gewicht
CA-64 O-OC .......................................................................................... 74 g
CA-64 O-R .......................................................................................... 118 g
CA-64 O-ROC ....................................................................................... 96 g
CA-64 O
Structuur;
Hardware) op
3
Advertenties
