4. Reinig de verontreinigingsfilter en de
pompopening. Controleer of de
pompvleugel (in de pompopening)
vrij kan draaien.
5. Sluit de afvoerslang opnieuw en haak
ze in.
6. Breng de verontreinigingsfilter op-
nieuw aan en draai het vast (naar
rechts).
7. Sluit de serviceklep.
Waterinlaatzeef
Maak de zeef schoon wanneer het water
zeer langzaam of niet meer in de machine
loopt.
1. Schakel de machine uit, draai de wa-
terkraan dicht.
2. Schroef de toevoerslang los.
3. De zeef in de Aquasafe resp. de beide
zeven in de Aquasafe+ (afhankelijk van
het model) met een combinatietang
of spitse tang verwijderen, met een
klein zacht borsteltje reinigen en op-
nieuw aanbrengen.
4. De zeef in de achterwand (behalve bij
Aquasafe+) met een combinatietang
of spitse tang verwijderen, met een
klein zacht borsteltje reinigen en op-
nieuw aanbrengen.
5. Schroef de toevoerslang met de hand
vast.
6. Draai de waterkraan helemaal open en
controleer of de aansluitingen lekvrij
zijn
Ontkalken
Als het wasmiddel juist wordt gedoseerd, is
het niet nodig de machine te ontkalken.
• Gebruik indien nodig alleen ontkal-
kingsmiddelen die geschikt zijn voor
wasmachines. Volg de aanwijzingen
op de verpakking!
47