7. Het instellingen van de automatische hef- en neerlaattijd
Onderstaande handelingen moeten worden herhaald voor alle 5 de kanalan tijdens het programmeren.
UITGEVOERDE HANDELING
Houd de programmeerknop (P2)
ongeveer 3 seconden ingedrukt om de
automatische modus te activeren.
Houd de knop L1
ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Druk eenmalig
op de knop L1.
De tijd kan worden ingesteld met de knoppen
BOVEN / BENEDEN.
Druk eenmalig
op de knop L1.
Het aantal minuten kan worden ingesteld
met de knoppen BOVEN / BENEDEN.
Met de programmeerknop P2 komen
we bij het instellen van de neerlaattijd.
De tijd kan worden ingesteld
met de knoppen BOVEN / BENEDEN.
Druk eenmalig
op de knop L1.
Het aantal minuten kan worden ingesteld
met de knoppen BOVEN / BENEDEN.
In modus 1 of 3 kan de weekdag worden
gewijzigd met de knop P1. Herhaal bovenstaande
handeling om de tijd in te stellen.
Na het instellen van alle tijden dient
de knop P1 ca. 3 seconden ingedrukt te worden
gehouden. Op deze manier bevestigen
we de wijzigingen.
PROGRAMMEREN VAN DE HEF- EN NEERLAATTIJD
MELDING OP HET SCHERM
Op het scherm
verschijnt het
symbool AUTO.
De heftijd wordt weergegeven.
Met de knoppen BOVEN / BENEDEN
kan de geprogrammeerde tijd
op de afzonderlijke weekdagen
worden bekeken.
Op het scherm verschijnt de heftijd.
De heftijd begint te knipperen.
Op het scherm verschijnt
de nieuw ingestelde heftijd.
Nu kunnen de minuten van de heftijd
worden ingesteld.
De minuten beginnen te knipperen.
Op het scherm verschijnen de minuten
van de nieuw ingestelde heftijd.
Op het scherm verschijnt de neerlaattijd.
De neerlaattijd begint te knipperen.
Op het scherm verschijnt de nieuw
ingestelde neerlaattijd.
Nu kunnen de minuten van
de neerlaattijd worden ingesteld.
De minuten beginnen te knipperen.
Op het scherm verschijnen de minuten
van de nieuw ingestelde neerlaattijd.
De weekdagen waarop de betreffende
tijd is ingesteld veranderen.
De weergegeven
tijd begint te knipperen.
4
SA
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
SU
AUTO
MO
AUTO
SA
AUTO