De koelmachine moet na het uitpakken en vóór het aansluiten schoongemaakt worden. De
volgende aanwijzingen worden voor dit doel aangegeven:
-
Sluit de koelmachine af, alvorens het reinigen te beginnen.
-
Reinig de binnenkant en de buitenkant met water en een neutraal, niet schurend
schoonmaakmiddel, met behulp van een spons of doek, aangezien u op deze manier de
vorming van stank voorkomt. Droog de koelmachine goed na het schoonmaken.
-
Gebruik in geen geval stoomreinigingsmachines, oplosmiddelen of schuurmiddelen,
aangezien deze uw apparaat kunnen beschadigen.
-
Laat het water, gebruikt voor het schoonmaken, niet door de afvoer naar de
verdampingslade van de koelmachine lopen.
-
Frequentie: Wekelijks (aanbevolen)
3.1 HANDMATIG ONTDOOIEN EN REINIGEN VAN DE BAK
Om te zorgen voor een maximaal rendement van het apparaat te allen tijde, wordt aanbevolen
een handmatige ontdooiing uit te voeren wanneer de dichte van de ijslaag boven de 5 mm komt.
Volg de volgende passen:
-
Haal de producten uit het apparaat en bewaar ze bij -18º c)
-
Zet het apparaat uit met de hoofdschakelaar en haal uit het stopcontact.
-
Open de deur en wacht tot de binnentemperatuur gelijk is aan die van de omgeving.
-
Wanneer het ijs ontdooid is, het water van de bodem verwijderen, de bak wassen en
afspoelen met een doek (met neutrale schoonmaakmiddelen).
Geen enkel mechanisch hulpmiddel of andere middelen gebruiken, anders dan die aanbevolen
door de fabrikant, om het proces te versnellen.
Wanneer het proces is voltooid, alles terugzetten zoals het stond, het apparaat in werking stellen
en ongeveer 2 uur wachten, voordat u de producten er weer in legt.
3.2 CONTROLE VAN HET APPARAAT
In het geval u de hulp van de technicus moet aanvragen, kunt u een controle van de koelkast
uitvoeren voordat u hem belt. In enkele gevallen hebben de mogelijke storingen een eenvoudige
oorzaak die de gebruiker zelf kan oplossen.
Wij kunnen er enkele als voorbeeld noemen:
a) De koelkast werkt niet
Controleer of de elektrische stroom de koelkast bereikt door te kijken of de algemene
schakelaar omgezet is.
b) In het geval van onvoldoende temperatuur
Controleer of er zich geen warmtebron in de buurt bevindt.
Controleer of het punt van afslaan van de thermostaat op een waarde staat in de buurt van
0ºC/-18ºC; om dit te controleren, één keer op de knop "set" drukken van uw thermostaat en
loslaten.
7