11
Voer persoonlijke
informatie in (stations-ID)
U kunt uw naam en faxnummer opslaan, zodat deze
gegevens worden afgedrukt op alle faxpagina's die u
verstuurt.
a
Druk op Menu.
b
Druk op 0.
c
Druk op 3.
d
Toets uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers)
en druk vervolgens op OK.
Stations-ID
Fax:
e
Toets uw telefoonnummer in (maximaal 20
cijfers) en druk vervolgens op OK. Wanneer uw
telefoon- en faxnummer gelijk zijn, voert u weer
hetzelfde nummer in.
Stations-ID
Tel:
f
Voer uw naam (maximaal 20 tekens) in met
behulp van de kiestoetsen en druk vervolgens
op OK.
Stations-ID
Naam:
Opmerking
• Raadpleeg bij het invoeren van uw naam het
onderstaande schema.
• Als u een teken wilt invoeren dat zich op
dezelfde toets bevindt als het laatste teken,
drukt u op
rechts te zetten.
• Wanneer u een verkeerde letter hebt
ingetoetst, en deze fout wilt herstellen, drukt u
op
of
karakter te verplaatsen, en drukt u op
Wis/terug.
10
om de cursor een plaats naar
om de cursor naar het onjuiste
Druk
Eén
Twee
op
keer
keer
toets
2
A
B
3
D
E
4
G
H
5
J
K
6
M
N
7
P
Q
8
T
U
9
W
X
Zie Tekst invoeren in de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
g
Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een fout maakt en opnieuw wilt
beginnen, druk dan op Stop/Eindigen en ga
terug naar stap a.
12
Verzendrapport fax
Uw Brother-machine beschikt over de functie
Verzendrapport die u kunt gebruiken ter bevestiging
van een verzonden fax. Dit rapport bevat de naam of
het faxnummer van de ontvanger, de datum, de tijd en
de duur van het verzenden, het aantal verzonden
pagina's en informatie of de fax al dan niet succesvol
werd verzonden. Als u wilt gebruik maken van de
functie Verzendrapport fax, raadpleegt u hoofdstuk
11 Rapporten afdrukken in de gebruikershandleiding.
Drie
Vier
Vijf
keer
keer
keer
C
2
A
F
3
D
I
4
G
L
5
J
O
6
M
R
S
7
V
8
T
Y
Z
9