mogelijke valse alarmen te voorkomen. De maximale afstand ten opzichte van de ramen bedraagt
6 meter. Bij inbraakwerend glas (klasse A1 tot A3, EH01) mag de afstand niet meer dan 3,65
meter bedragen.
Breng de melder NIET aan:
• In ruimten met aan de binnenkant liggende vensterluiken bijv. van hout.
•
Bij montage in een hoek.
•
In ruimten met geluiddempende wandbekleding.
•
In glazen entreehallen, lawaaierige keukens, garages, gereedschapsruimten,
trappenhuizen, badkamers.
•
en in andere, kleine maar lawaaierige ruimten.
•
Bij compressorgeluiden.
•
In vochtige ruimten.
Installatie
1. Open het huis door het bodemgedeelte van de melder vast te houden en het deksel eraf te
trekken.
2. Schroef het bodemgedeelte op de gewenste positie op de wand of op het plafond (afb. 1 pos.
3, 5).
3. Plaats de bijgevoegde lithium-batterij van het type CR 2 3.0V met de juiste polariteit.
4. Als u de interne LED wilt uitschakelen, steekt u de geleiderbrug op de aansluiting LK3 (afb. 1,
pos. 1) op maar één pin.
5. Als de groene kabel op het met alarm aangeduide contact van het schroefklemblok
aangesloten is, moet de geleiderbrugaansluiting LK1 (afb. 1, pos. 2) open zijn.
Inlezen
1.
Zet uw draadloze centrale / draadloze ontvanger in de inleesmodus. Neem de handleiding
van uw draadloze centrale in acht.