Inhoudsopgave
Advertenties
3
Gebruik
3.1
Brandstoffen
Het verbrandingssysteem is ontwikkeld voor het stoken van gekloofd loofbomenhout. Het is belangrijk
om schoon, winddroog (vochtgehalte 12-15 %) hout te stoken. Gebruik nooit paraffinehoudende
houtblokken, afval, andere brandbare materialen en/of brandbare vloeistoffen. Die zullen uw haard en
schoorsteen ernstig beschadigen. Hieronder zijn de diverse houtsoorten met de gemiddelde droogtijd
terug te vinden.
Houtsoort
Den, Populier
Linde, Wilg, Spar, Berk, Es, Els
Fruitboom, Beuk
Eik
3.2
Ventilatie
Bij het gebruik van de haard maken we onderscheid tussen verwarmde lucht en verbrandingslucht.
3.2.1 De verwarmde lucht
De verwarmde lucht zorgt voor de warmtetoevoer van de haard naar de woonruimte. De verwarmde
lucht kan onderverdeeld worden in stralings- en convectiewarmte. Hiervoor zijn geen extra voorzieningen
nodig. De verwarmde lucht verspreidt zich automatisch in de woonruimte.
3.2.2 De verbrandingslucht
Voor elke kg hout die u verstookt (met gesloten deur) is 10 m³ - 15 m³ extra lucht nodig. Per uur dus al
snel ca. 30 - 50 m³ extra. Ruime beluchting van buitenaf of via andere ruimten is daarom vereist. Indien
nodig kan de haard van externe beluchting worden voorzien. Zie hiervoor paragraaf 1.3 en bijlage 3.
3.3
Eerste keer stoken
Een nieuwe haard moet geleidelijk aan in gebruik worden genomen. De eerste twee stookbeurten dient
u zich te beperken tot een getemperd vuur. Zo voorkomt u de volgende problemen:
• Scheuren van het vermiculiet;
• Beschadigen van de lak;
• Vervormen van het materiaal;
• Aanplakken van de koordafdichtingen.
Tijdens de eerste stookbeurten bestaat de kans dat er een penetrante geur en rook wordt waargenomen.
Ventileer de ruimte goed wanneer dit mocht gebeuren. De daarop volgende stookbeurten mag de haard
volledig worden belast. De af fabriek zachte, krasgevoelige lak, is nu volledig uitgehard en ingebrand.
Pas op met vingerafdrukken op het glas. Deze branden in het glas en zijn daarna niet meer te verwijderen.
3.4
Aanmaken
De haard wordt bij het aansteken en stoken erg heet en heeft na het doven van het vuur geruime
tijd nodig om af te koelen. Raak de haard tijdens en na het stoken niet onbeschermd aan. Bedien de
kachel altijd met een handschoen. De aanmaakprocedure is als volgt:
1. Zet de luchttoevoer volledig open.
a) Primaire beluchting --> Draai de beluchtingsschijf open. Maak de bovenkant van de primaire
beluchtingskoker vrij van as. Schuif de as naar beide zijkanten.
b) Secundaire beluchting --> Duw de stang boven de deur helemaal naar rechts.
c) Tertiaire beluchting --> Deze staat altijd volledig open.
2. Bouw een luchtige stapel winddroog, schoon hout met rondom een paar proppen papier en wat
aanmaakhout.
3. Steek dit geheel aan.
4. Laat de deur op een kier staan (±5 minuten).
5. Als de brandstof goed brandt kan de deur worden gesloten. Het vuur moet nu fel branden.
6. Laat de haard goed op temperatuur komen en regel daarna de verbranding.
Droogtijd
1 jaar
1,5 jaar
2 jaar
2,5 jaar
8
Advertenties
Inhoudsopgave
