3. Voor opslaan van de wijziging, zet u de cursor bij
n en drukt u op o. Om de wijziging te annuleren,
zet u de cursor bij X en drukt u op o.
U kunt een presetnummer alleen wijzigen nadat u
de wijziging voor de huidige preset heeft
opgeslagen of geannuleerd.
Als u de besturing afzet, worden de huidige
presetinstellingen bewaard in het geheugen en
zijn deze weer actief bij aanzetten, ook als u ze
niet heeft opgeslagen.
Instellingen voor elektrostatica
U kunt kiezen voor instellen van de kV uitgang of de
uA uitgang (standaardmodus), of u kunt de Select
Charge−modus gebruiken.
Zet de cursor bij het gewenste pictogram voor
elektrostatische modus en druk op o. Gebruik de
pijltoetsen om tussen modi te wisselen.
Standaardmodi
Standaardmodus, kV: Stel de
uitgang voor hoge spanning in (25−95 kV). Hoe
hoger de uitgang, hoe hoger de poederoplading. μA
is niet instelbaar.
Standaardmodus, uA (AFC):
Dit is de maximale stroomsterkte (μA) uitgang. De
besturing begrenst het stroomsterktesignaal op deze
instelwaarde en stuurt tegelijkertijd het spannings-
signaal zodanig aan dat poederoplading en over-
drachtsrendement optimaal blijven. kV is niet
instelbaar.
Instellingen voor poederflow
Poederflow is een percentage van de
beschikbare uitgang, tussen 0−100 %. Bij triggeren
van het spuitpistool moet de weergegeven waarde
overeenstemmen met de instelling.
Gebruik
PAS OP: Deze uitrusting kan gevaarlijk
zijn als deze niet wordt gebruikt volgens de
voorschriften in deze handleiding.
1. Controleer alle aansluitingen voor slangen en
elektrische bedrading. Controleer of de
poederaanzuigslang bij de poederhopper in de
pompadapter is gestoken.
E
2005 Nordson Corporation
Prodigyt besturing voor handbediend poederspuitpistool
Select Charge−modi
Te gebruiken voor het opnieuw coaten van al gecoate
en uitgeharde werkstukken. De pistoolstroom is
verlaagd om elektrostatische afstoting te voorkomen.
gebruiken voor speciale poeders, zoals
drooggemengde metallics of mica's.
gebruiken voor het coaten binnenin boxvormige
profielen of in diepe holten van werkstukken.
gebruiker (Modus 4): Te gebruiken om waarden
voor zowel kV als μA in te stellen voor een specifiek
werkstuk of poeder en die instelling op te slaan.
Instellingen voor luchtflowpatroon
Het luchtflowpatroon is bepalend voor de
vorm van het poederspuitpatroon. Luchtflowpatroon
is 0,20−2,0 SCFM (kubieke voet/minuut) = 0,35−3,4
SCMH (kubieke meter/uur). Bij triggeren van het
spuitpistool wordt de actuele luchtflowwaarde
weergegeven.
2. Zet de spuitcabineafzuigventilator aan.
3. Zet de fluïdisatielucht aan en wacht tot het poeder
in de hopper fluïdiseert.
4. Zet de hoofdschakelaar van de pompbesturing
aan.
5. Zet de hoofdschakelaar van de pistoolbesturing
aan.
6. Vul het spuitpistool met poeder en start
vervolgens de productie.
Opnieuw coaten (Modus 1):
Speciaal (Modus 2): Te
Diepe holten (Modus 3): Te
Programmeerbaar door
P/N 7135381C
11