Om het belang van temperatuuraanpassing aan te tonen, toont onderstaande tabel de
meetfouten als gevolg van een temperatuurverschil tussen het meetinstrument en het te
meten materiaal van slechts 1 °C, bij verschillende omgevingstemperaturen.
10% R.V.
50% R.V.
90% R.V.
Bij kamertemperatuur (20 °C) en een veronderstelde vochtigheidswaarde van 50% relatieve
vochtigheid veroorzaakt een temperatuurverschil tussen de meetsensoren en het te meten
materiaal van 1 °C een meetfout van 3,2% relatieve vochtigheid.
Een temperatuurverschil van 3 °C zou een meetfout van meer dan 10% relatieve vochtigheid
veroorzaken.
7. Definitie relatieve vochtigheid
Geeft de relatie aan tussen de huidige waterdampdruk en de maximaal mogelijke, de
zogenaamde verzadigingsdampdruk. De relatieve luchtvochtigheid geeft aan in welke mate
de lucht verzadigd is met waterdamp. Voorbeelden: 50% relatieve luchtvochtigheid: Bij de
huidige temperatuur en druk is de lucht half verzadigd met waterdamp. 100% relatieve
luchtvochtigheid betekent dat de lucht volledig verzadigd is met waterdamp. Als de lucht een
luchtvochtigheid van meer dan 100% heeft, zal de overmatige luchtvochtigheid condenseren
of als mist neerslaan.
7.1 Toepassingsgebied
Binnen het normale toepassingsbereik (normaal bereik) is de nauwkeurigheid van het
apparaat zoals aangegeven. Een langdurige toepassing buiten het normale
toepassingsbereik (max. bereik), vooral bij een luchtvochtigheid van meer dan 80%, kan tot
hogere meetfouten leiden. Terug in het normale toepassingsbereik keert de sensor
automatisch terug naar de aangegeven nauwkeurigheid.
RMS-TD-180
Vochtigheids- en temperatuurzender
10 °C
+/- 0,7%
+/- 3,5%
+/- 6,3%
www.checkline.eu
20 °C
+/- 0,6%
+/- 3,2%
+/- 5,7%
- 10 -
30 °C
+/- 0,6%
+/- 3,0%
+/- 5,4%