Bedieningspaneel
Bovenstaande afbeelding is een weergave van
het bedieningspaneel. Alleen de knoppen links en
rechts worden gebruikt voor de bediening van het
apparaat. Met de rechterknop wordt het apparaat
in- en uitgeschakeld. Met de linkerknop kan de
temperatuur worden aangepast.
A. Toets voor aanpassen temperatuur
Met deze toets kan de temperatuur in de koelkast
worden aangepast. Raak de toets eenmaal aan om
deze te activeren en vervolgens net zo lang tot de
gewenste temperatuur is bereikt. De temperatuur
kan worden ingesteld van snelkoelen tot 2°C, 3°C,
4°C, 6°C, 8°C.
Snelkoelen: Als deze functie wordt geselecteerd,
schakelt de koelkast gedurende 24 uur over op een
temperatuur van 2°C. Daarna schakelt het apparaat
terug naar de vorige instelling.
Let op: Vermijd indien mogelijk continu gebruik
van de snelkoel-functie en de stand 2°C. Dit
voorkomt overmatige belasting van de compressor
en het koelsysteem.
B. Display met temperatuurinstelling
De display geeft aan op welke stand de
thermostaat is ingesteld. Bij het aanpassen van de
temperatuur brandt er steeds een ander lampje
dat de ingestelde stand aangeeft.
Let op: U gebruikt de display niet om de
temperatuur aan te passen. Hiervoor gebruikt u de
toets voor het aanpassen van de temperatuur (A).
C. Aan/uit-toets
Door deze toets 3 seconden vast te houden,
wordt het apparaat in- en uitgeschakeld. Bij het
inschakelen of na een stroomstoring selecteert het
apparaat automatisch de laatst gekozen stand.
Stand
1-2
2-3
Snelkoelen
8
Condities
Zomer of
omgevingstemperatuur
tussen 20-35°C
Voorjaar, herfst of
omgevingstemperatuur
<20°C
Snelkoel-functie