Installatie en Onderhoud
7. Probleemoplossing
Waarschuwing : Lees eerst de Veiligheidsinformatie aan het begin van dit document.
7.1. Algemene fouten
Symptoom
Verklaring
Geen signaal.
1
Er is onvoldoende spanning om
het product te laten werken of
het
product
Het product werkt mogelijks te-
Geen stroom
rug als de fout gevonden en ge-
uitgang (mA).
corrigeerd is.
7.2. Systeem alarmen
Indien zich een alarm voordoet, licht de rode LED op en wordt de mA-uitgang naar de alarmstatus gebracht. Zie technische gegevens.
Omwille van diagnostische redenen, zal het licht in een continue sequentie oplichten, gescheiden door een pauze. Het alarm kan verwijderd
worden, door de spanning van het product af & aan te leggen, eens het probleem gecorrigeerd is.
Symptoom
Verklaring
Integriteit programma.
1
De programmatuur van het pro-
duct is corrupt.
Rode LED licht
herhaaldelijk op
& er is een alarm
uitgang.
Ingangssignaal niveau was te
2
laag.
Het gemeten waterniveausignaal
van de LP20 was te laag.
Rode LED licht
herhaaldelijk 2x
op & er is een
alarm uitgang.
Ingangssignaal niveau was te
3
hoog.
Het gemeten waterniveausignaal
van de LP20 was te hoog.
Rode LED licht
herhaaldelijk 3x
op & er is een
alarm uitgang.
IM-P402-139 / AB-BEn-02
Aktie
1.
Ga na of de omgevingstemperatuur zich binnen de opgegeven limieten
bevindt – sectie 8.2.
2.
Schroef de connector los.
Ga na of de bedrading correct is – zie sectie 4.
3.
is
beschadigd.
4.
Ga na of de bedrading goed aangesloten is.
5.
Ga de spanning na tussen klemmen 1 & 2 en verifieer dat deze zich bin-
nen de gewenste limiet bevindt.
6.
Verifieer de polariteit van de voedingspanning.
7.
Plaats de connector terug.
Verifieer of de spanning zich binnen de gewenste limieten bevindt. – figuur
8.
6.
Ga na of de afscherming van de sonde correct is aangebracht – zie figuur
9.
3.
10. Ga na of de bedrading van de sonde zich niet in de nabijheid van andere
kabels bevindt waardoor er interferentie kan optreden (vb. voedingska-
bels).
11. Ga na of de sonde zich niet in de nabijheid van een radiogestuurd toestel
bevindt.
Aktie
1.
Stuur het product terug naar uw lokale Spirax Sarco vertegenwoordiging.
2.
Alvorens een vervangproduct te installeren, voer eerst de acties uit zoals
beschreven onder 7.1, Algemene fouten.
1.
Verifieer de installatie van de sonde.
2.
Verifieer de aansluiting tussen sonde LP20 & reservoir.
3.
Verifieer de aansluiting tussen sonde LP20 & voorversterker.
4.
Alvorens een vervangproduct te installeren, voer eerst de acties uit zoals
beschreven onder 7.1, Algemene fouten.
1.
Verifieer de installatie van de sonde.
2.
Verifieer de afstand tussen de sonde LP20 & metalen onderdelen.
3.
Verifieer de aansluiting tussen sonde LP20 & voorversterker.
4.
Verifieer de isolatie van de sonde LP20, zie na of deze niet beschadigd is.
5.
Alvorens een vervangproduct te installeren, voer eerst de acties uit zoals
beschreven onder 7.1, Algemene fouten.
PA420
- 5 / 8 -