12
| Luchtstromen bij koeling
6.2.3
Vermogenregeling
Besturingsunit in de luchtbehandelingsunit geeft een vraagsignaal ( Koeling (SEQ-C) , 0-10V DC) in verhouding tot
de huidige koelvraag in de retourlucht (of ruimte). Het signaal is, via een relais (R1), aangesloten op een analoge input
in de programmeerbare regelaar. Wanneer het signaal is aangesloten (R1) activeert deze de compressor en de snelheid
wordt dan geregeld volgens het vraagsignaal tussen de minimum frequentie (20 rps) en maximum frequentie (afhan-
kelijk van de grootte van de unit, maar altijd max. 120 rps).
6.2.4
Beveiliging compressor
De compressor wordt als volgt beveiligd:
• Motorbescherming in de frequentieomvormer (FC)
• Hogedrukschakelaar aan de hogedrukkant (PSH)
• Lagedrukschakelaar aan de lagedrukkant (PSL)
• Heetgasthermostaat op de heetgasbuis (HGS)
• Indien enige van de bovenstaande beveiligingen wordt geactiveerd zal de regelaar Storing koeling (SEQ-C) to-
nen. Handmatige bevestiging en reset moeten worden uitgevoerd voordat de compressor opnieuw kan starten.
6.2.5
Koelmiddel
Het koelmiddel is van het type R410 A, het systeem is af fabriek bijgevuld en getest. De meetpunten (aftappunten) op
de hogedruk- en lagedrukkant bevinden zich boven op de Topvex SoftCooler. Voor de controle en rapportage van de
koelmiddelinstallatie, zie hoofdstuk 4.
6.2.6
Condenser/Verdamper
De condenser en het verdamperelement worden gemaakt van koperen buizen met aluminium ribben.
6.2.7
Lekbak
De lekbak bevindt zich onder het verdamper-/zoutoplossingselement en verzamelt watercondens die tijdens de koel-
functie af en toe wordt gevormd. De lekbak is gemaakt van roestvrij staal en beschikt over een 32 mm-aansluiting voor
de aansluiting van de afvoerpijp. De lekbak bevat een elektrische naverwarmer zodat de watercondens niet kan
bevriezen.
6.2.8
Omloopklep (accessoire)
De bypass-klep wordt geregeld door een relais (R2) dat, via de besturingsunit, op koelvraag werkt en daardoor de klep
(DBEH) sluit zodat de afblaaslucht geforceerd door de condensorbatterij wordt geleid.
Deze parameters optimaliseren de initiële opstartfase van de motor en de relatieve
inschatting van de positie en het motortoerental.
Speciale functie-instellingen om een nieuwe waarde van een gespecificeerde parameter
direct naar Power+ te schrijven.
20876813 | A003