7/ Controle voor het indienststellen:
➢ Enkel en alleen gekwalificeerd personeel mag deze installatie en programmatie uitvoeren
➢ Gebruik enkel afgeschermde kabels voor de hele installatie, dit zal voor komen dat foute informatie aan de
besturing zal gegeven worden. Door dat er zelf door de besturing 3 fases worden aan gemaakt is deze
gevoeliger voor storingen.
➢ Vergewis u ervan dat alle aardingen zijn aangesloten.
➢ Vergewis u ervan dat de aandrijving in de goede richting zal draaien en dat de eindeloopschakelaars correct
zijn afgesteld.
➢ De elektrorem en of elektroslot programmeren indien aanwezig.
Ontgrendel de aandrijving en controleer de ingangen via de LEDS.
➢ Gesloten kontakten = NC = LEDS aan
➢ Open kontakten
Manuele eindpositie:
1. Plaats de automatisatie in totaal open stand en controleer of de LED LSO uitgaat.
2. Plaats de automatisatie in totaal sluit stand en controleer of de LED LSC uitgaat.
3. Indien dit niet het geval is pas de bekabeling van de eindschakelaars aan.
Draairichting aandrijving:
1. Breng de automatisatie naar de midden positie en vergrendel deze.
2. Ga naar MENU B en voor een manuele test uit.
3. Geef een sluit commando met TOETS P1 en vergewis u dat de aandrijving sluit.
o
Indien open laat u de toets direct los!
4. Geef een open commando met de TOETS P3 en vergewis u dat de aandrijving opent.
o
Indien sluit laat u de toets direct los!
5. Indien de aandrijving in de verkeerde richting draait gelieve de draairichting te veranderen.
Manuele test:
Voer deze manuele test uit indien bovenstaande correct is uitgevoerd.
Maakt het mogelijk een test beweging van de aandrijving uit te voeren in opening en sluiting en dit in een
kruipsnelheid.
De eindeloopschakelaars, veiligheids-ingangen zijn niet actief gedurende deze procedure.
Voer deze manuele test uit ter controle van goede werking open en sluiting met activering van de eindpositie door
onderbreking eindschakelaars open en dicht.
1. Ga naar MENU B en voor een manuele test uit.
2. Geef een sluit commando met TOETS P1
3. Geef een open commando met de TOETS P3
4. Verlaten van het programmatie MENU B via EXIT.
Aanleren van de open en sluit eindpunten:
Voer het aanleren van de open en sluit eindpunten uit indien bovenstaande correct is uitgevoerd.
Het is aan te raden om alle veiligheidsingangen via de DIP schakelaars uit te schakelen
gedurende de procedure.
Een onderbreking in deze programmatie kan tot problemen lijden.
Naderhand moet men deze DIP schakelaars natuurlijk niet vergeten terug te plaatsen.
Voor u het aanleren van de open en sluit eindpunten afregelt.
➢ De eindschakelaars en draairichting van de aandrijvingen moeten reeds correct zijn ingesteld.
➢ Vergewis u er van dat u het koppels en snelheden hebt geregeld.
➢ Plaats de automatisatie in totaal sluit stand.
Voer het aanleren van de open en sluit eindpunten uit.
1. Ga naar MENU B en voor het aanleren van open en sluit eindpunten.
2. Geef een puls op TOETS P1 (START) of de ingang SS (29-30).
-
De aandrijving gaat openen
3. Geef een puls op TOETS P1 (START) of de ingang SS (29-30)
-
De kruipsnelheid positie in opening zal van deze plaats opgeslagen worden.
-
De aandrijving bereikt zijn eindpositie open op de eindschakelaar.
-
De aandrijving gaat direct sluiten.
4. Geeft een puls op TOETS P1 (START) of de ingang SS (29-30).
-
De kruipsnelheid positie in sluiting zal van deze plaats opgeslagen worden.
-
De aandrijving bereikt zijn eindpositie sluiting op de eindschakelaar.
5. Verlaten van het programmatie MENU B via EXIT.
= NO = LEDS uit
(Aangeraden voor 230 V - FD781CY / Ingangen en 24 V – OLFLEX CH)