Inhoudsopgave
Advertenties
8 van 16
3 Beschrijving
3.3.1 Jumpers instellen
Tijdens de inbedrijfname moet normaliter alleen jumper 1 voor busterminal BACnet
MS/TP in nodig worden ingesteld.
3.3.2 Codeerschakelaar
Afb. 3: Codeerschakelaar 4
Met DIP-schakelaar 1 t/m 7 wordt het Masternode-Address gecodeerd en met DIP-
schakelaar 8 t/m 10 wordt de baudrate gecodeerd in het BACnet MS/TP-netwerk.
De waarden zijn binair van rechts naar links gecodeerd.
Tabel 3: DIP-schakelaars voor Masternode-adressering
DIP-schakelaars
1
2
3
4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
0
Het Masternode-Address kan met de DIP-schakelaar worden ingesteld op 1 t/m 127.
Mogelijk is het noodzakelijk om meerdere schakelaars te activeren om het gewenste
adres te verkrijgen.
AANWIJZING
Het Masternode-Address 0 is ongeldig en wist de bestaande configuratie op de
gateway.
Tabel 4: DIP-schakelaars voor het instellen van de baudrate
DIP-schakelaars
8
9
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
1
1
1
1
In de fabriek is de baudrate voor het BACnet MS/TP-netwerk ingesteld op 38400.
3.3.3 Back-upbatterij
Plaats de batterij van type CR2032 met de pluspool naar boven. De batterij voorziet
het geheugen met gegevens en de realtime-klok van de gateway van
voedingsspanning wanneer de netspanning wordt onderbroken.
BACnet MS/TP Gateway
Masternode-Address
5
6
7
0
0
1
1
0
1
0
2
1
0
0
4
0
0
0
8
0
0
0
16
0
0
0
32
0
0
0
64
10
0
1
0
1
0
1
0
1
Baudrate
4800
9600
19200
38400
56700
76800
115200
230400
Advertenties
Inhoudsopgave
