12.Alarmen
Indien een van de gemeten waarden een alarmgrens over- of onderschrijdt, zal er een
alarmmelding getoond worden. Dit wordt zichtbaar door een statuskarakter achter de
meetwaarde (H202, pH, flow) of doseerpomp (peroxidepomp, zuurpomp). Tevens wordt een
karakter getoond achter de tijdnotering. Dit is een algemene melding.
Overzicht
H202
ppm
pH
Flow
300 m3 : 92% X
12.1 Alarmcodes en karakters
De volgende karakters kunnen op het display verschijnen:
Karakter
Omschrijving
Geen alarm
.
aanwezig
Vooralarm
v
Alarm actief
A
a
Alarm afgesteld
Hand bediening
M
Meting niet
X
aanwezig /
onderhoud
c
Meetcel raakt
vervuild
Meetcel is vervuild
C
Circulatiefout
Semi Automatisch
S
2.17 20180919
SPI – P170 P
09:35 C
:10.0 A
:6.92 a
parameter
Uitleg
De meting is binnen de alarmgrenzen. Het alarmscherm geeft weer dat
er geen alarmen zijn.
De meting heeft een alarmgrens over- of onderschreden. Het vooralarm
wordt nu actief gemaakt en de alarmvertragingstijd gaat in.
Als de meting binnen de alarmgrenzen komt verdwijnt het vooralarm.
De meting heeft een alarmgrens over- of onderschreden en de
alarmvertragingstijd is overschreden. dan wordt een alarm gemaakt.
De rode alarm LED gaat knipperen en het alarmrelais schakelt.
Dit alarm is terug te zien in het menu Alarmen. Ook wordt er een rapport
gemaakt.
Het alarm is gezien door de gebruiker en is bevestigd in het alarmen
menu. De rode alarm LED gaat continue branden. Het alarm is onder de
aandacht en er kan aan een oplossing gewerkt worden.
Als de meting terug binnen de grenzen komt, vervalt het alarm en gaat
de alarm LED uit. Ook schakelt het alarmrelais
Het kanaal wordt manueel bediend. Dit geldt voor de doseerpompen,
maar dit kan ook gelden voor het flow kanaal. In dit geval is de
flowbescherming uitgezet. Meer hierover in hoofdstuk 13.
Het betreffende kanaal is uitgeschakeld.
Ook als de regelaar in de onderhoudsstand staat zal er een X getoond
worden achter de tijdnotatie. Dit betekent dat de regelaar normaal
functioneert, maar geen alarmen uitstuurt vanwege
onderhoudswerkzaamheden.
De meetcel begint te vervuilen en de nulmetingen worden lager. De cel
moet worden gereinigd, maar de regelaar werkt nog normaal.
In de meetcel heeft zich een dusdanige vervuiling ontwikkeld dat dit de
metingen merkbaar beïnvloedt. De cel moet dringend worden
schoongemaakt. De regelaar stopt met meten en regelen.
Ook wordt een C getoond indien de meetwatercirculatie stopt. De
regelaar stopt met meten en regelen en er klinkt een
waarschuwingssignaal.
Doseerpompen lopen op het "hand" % totdat de gewenste waarde is
bereikt. Daarna keert de SPI terug naar de stand "automatisch"
38
E R O X I D E
statuskarakter
meetwaarden