LET OP: De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde vakman.
Dit hoofdstuk is louter indicatief en moet worden gecontroleerd en aangepast indien nodig,
afhankelijk van de installatieomstandigheden.
3. 7. Elektrische installatie
Om in alle veiligheid te kunnen werken en de integriteit van je elektrische installatie te behouden, moet het
apparaat worden aangesloten op een algemene voeding die voldoet aan de volgende regels:
Stroomopwaarts moet de algemene elektrische voeding beschermd worden door een differentieelschakelaar van
30 mA.
De warmtepomp moet worden aangesloten op een geschikte stroomonderbreker van curve D (zie onderstaande
tabel) die voldoet aan de normen en voorschriften die gelden in het land waar het systeem is geïnstalleerd.
De voedingskabel moet worden aangepast aan het vermogen van het apparaat en de lengte van de kabel die nodig
is voor de installatie (zie onderstaande tabel). De kabel moet geschikt zijn voor gebruik buitenshuis.
Bij een driefasesysteem moeten de fasen in de juiste volgorde worden aangesloten.
Als de fasen omgekeerd zijn, zal de compressor van de warmtepomp niet werken.
Op openbare plaatsen moet een noodstopknop in de buurt van de warmtepomp geïnstalleerd worden.
Modellen
Silverline FI 70
Silverline FI 90
Silverline FI 120
Silverline FI 150
Silverline FI 200
Kabeldoorsnede ontworpen voor een maximale lengte van 10m. Raadpleeg een elektricien voor langere lengtes.
1
16 | NL
3. INSTALLATIE
Maximale
Stroomvoorziening
stroom (A)
Eenfase
220-240V/1N~50Hz
Diameter
van kabel
8
RO2V 3x2.5 mm²
10
RO2V 3x2.5 mm²
13
RO2V 3x2.5 mm²
15
RO2V 3x4 mm²
21
RO2V 3x4 mm²
Bescherming
magneto-thermisch
(curve D)
16 A
16 A
16 A
20 A
25 A