4
4. Maak de behuizing vast (Fig. 4). Pluggen en schroeven worden bij de detector
meegeleverd.
5. Sluit de bekabeling aan op de corresponderende aansluitingen.
6. Gebruik de potentiometer en jumpers om de instellingen van de detector te configureren.
7. Sluit de behuizing van de detector.
8. Bevestig de magneet, rekening houdend met de maximaal toegestane afstand tot het
reedcontact (Fig. 5). De getoonde afstand heeft betrekking op een magneet geïnstalleerd
ter hoogte van het reedcontact. De locatie van de reedcontacten wordt getoond in Fig. 3.
5. Opstarten en testen van de detector
Opmerking: Voor het testen van de detector dient u de LED in te schakelen.
1. Schakel de voeding van de detector in. Het knipperen van de LED betekent het aantal
trillingen waarna een alarm geactiveerd wordt.
2. Geef een klap op de ondergrond waarop de detector geïnstalleerd is. De LED dient aan
te gaan voor 2 seconden.
3. Indien u gebruik maakt van het magneetcontact, haal dan de magneet weg van
de detector (raam / deur openen). De LED dient aan te gaan.
SATEL sp. z o.o. • ul. Budowlanych 66 • 80-298 Gdańsk • POLAND
VD-1
tel. +48 58 320 94 00
www.satel.eu
SATEL