2. Verwijder het condensreservoir.
3. Schuif een uiteinde van de slang op de slangaansluiting.
1/2''
4. Controleer of de slang correct op de aansluiting zit. De
positie evt. corrigeren via de opening bij het
condensreservoir.
10
5. Plaats het condensreservoir weer.
6. Het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir) leiden. Zorg dat de slang niet wordt
geknikt.
Verwijder de slang als het condens weer moet worden
opgevangen via het condensreservoir. Laat de slang voor het
opslaan drogen. De slang kan in elke willekeurige
bedrijfsmodus worden aangesloten voor permanent gebruik.
luchtontvochtiger TTK 100 E
NL