Voor het beëindigen van het setup-menu, drukt u op de setup-toets om terug te
keren in de normale bedrijfsmodus en de camera met de opname van foto's of
video's kan beginnen. Na het beëindigen van het setup-menu wordt op het display
niets weergegeven, omdat de camera zich nu in de rustmodus bevind. Na ca. 30
seconden begint de camera met de opname van foto's of video's, indien deze
geactiveerd wordt. Dit gebeurt volgens de ingestelde intervallen die bepaald zijn bij
de vertragingsinstelling.
Na het inrichten van de camera, kunt u deze voor foto-opnames van de activiteiten ij
het geselecteerde bereik gebruiken. Volg hiertoe de onderstaande stappen:
Gebruik van de camera
1. Montage van de camera
Er wordt aanbevolen om de camera ca. 1,2 - 1,5 meter boven de grond te monteren,
waarbij de camera een lichte hoek omlaag krijgt. Indien mogelijk, wordt de camera
niet naar het oosten of westen gericht, omdat het op- en ondergaan van de zon een
foutieve reactie of overbelichte beelden kan produceren. Verwijder takken en andere
obstakels voor de camera, zodat deze de cameralens of de PIR-sensor niet kunnen
blokkeren.
Voor het bevestigen van de camera trekt u de riem door de hiervoor bestemde sleuf
achter aan de behuizing. Wikkel de riem rondom de bevestigingsplaats. Maak de
riem vast en sluit de gesp om de camera veilig te bevestigen.
Controleer dat beide deurvergrendelingen veilig gesloten zijn, om de
weerbestendigheid te waarborgen.
2. Inschakelen van de camera
De camera wisselt na het inschakelen in de rustmodus. Als de PIR-sensor
geactiveerd wordt, begint de camera met de foto-opnames nadat de vertragingstijd
(zoals ingesteld) afgelopen is.
3. Testen van het detectiegebied
Een van de nuttigste functie van de wild camera is de mogelijkheid om het
detectiegebied te testen.
•
Open na het monteren van de camera de behuizing vooraan en schuif de
inschakelknop op „On". Druk, indien nodig op de Setup-toets, om het setup-
menu op te roepen.
•
De PIR-indicatie onder de lens gaat knipperen zodra u het detectiegebied
binnenloopt.
•
Pas de camerapositie eventueel aan en herhaal de test totdat het gewenste
detectiegebied bereikt is.
10