Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie Van De Leidingen; Koelmiddelleiding Voorbereiden; Vereisten Voor De Koelmiddelleidingen; Isolatie Van De Koelmiddelleidingen - Daikin CO2 Conveni-Pack BEV2N112ACV1B Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CO2 Conveni-Pack BEV2N112ACV1B:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Installatie van de leidingen

e
Unit
6
Installatie van de leidingen
6.1

Koelmiddelleiding voorbereiden

6.1.1

Vereisten voor de koelmiddelleidingen

OPMERKING
Voor
R744-koelmiddel
voorzorgsmaatregelen worden genomen om het systeem
schoon en droog te houden. Alle mogelijke voorzorgen
dienen genomen te worden opdat er nooit vreemde stoffen
(inclusief minerale oliën of vochtigheid) in het systeem
kunnen komen en zich vermengen met het koelmiddel.
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel en olie. Gebruik koper-
ijzerlegering
K65
(of
hogedruktoepassingen met een werkdruk van 120  barg
aan de kant van de airconditioner en 90 barg aan de kant
van de koeling.
OPMERKING
Gebruik NOOIT standaard slangen en manometers.
Gebruik ALLEEN apparatuur die ontworpen is voor gebruik
met R744.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30  mg/10  m
bedragen.
OPMERKING
Als de afsluiters voor de lokale leidingen moeten kunnen
worden
gesloten,
drukveiligheidsklep op de volgende leiding voorzien:
▪ Buitenunit naar binnenunits koeling: op vloeistofleiding
▪ Buitenunit
naar
vloeistofleiding EN op gasleiding
Diameter koelmiddelleidingen
Buitendiameter leiding (mm)
2× Ø9,5
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: K65 koper-ijzerlegering (CuFe2P), maximum
bedrijfsdruk:= 120 bar
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
9,5 mm (3/8")
R420
(getrokken)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
Montagehandleiding
8
moeten
strikte
gelijkwaardig)
leidingen
voor
MOET
de
installateur
een
binnenunits
airconditioning:
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,65 mm
6.1.2

Isolatie van de koelmiddelleidingen

▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte:
Buitendiameter
leiding (Ø
)
p
9,5 mm (3/8")
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve vochtigheid
meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm
dik zijn om condensatie op het oppervlak van de isolatie te
voorkomen.
6.2

Koelmiddelleiding aansluiten

GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
6.2.1
Koelmiddelleiding op de binnenunit
aansluiten
VOORZICHTIG
Installeer koelmiddelleidingen of componenten zo dat ze
niet worden blootgesteld aan stoffen die componenten met
koelmiddel kunnen corroderen, tenzij de componenten
gemaakt zijn van een materiaal dat inherent bestand is
tegen corrosie of beschermd is tegen corrosie.
▪ Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk
▪ Voorbeeld van aansluiting op de binnenunit:
a
b
op
a
Buitenunit
b
BEV2-unit
c
Gasleiding
d
Vloeistofleiding
e
Binnenunit
INFORMATIE
▪ Op elke BEV2-unit mag slechts 1 binnenunit worden
aangesloten.
▪ In dit hoofdstuk wordt alleen de procedure voor de
aansluiting op de BEV2-unit beschreven. Voor de
procedure voor de aansluiting van de binnen- of
buitenunit, zie de montagehandleiding van de binnen-
of buitenunit.
t
Binnendiameter
Isolatiedikte (t)
isolatie (Ø
)
i
10~14 mm
≥10 mm
c
d
CO₂ Conveni-Pack: BEV2-unit
3P757576-1 – 2023.11
e
BEV2N-A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave