Attentie
Het schakeltoestel vorstvrij en droog opstellen. De
stekkers van pomp en sensoren mogen gedurende
de inbouw- en montagetijd niet in water worden ge-
dompeld. Bij over-stromingsgevaar het schakeltoe-
stel in tegen overstroming beveiligd bereik
monteren. Voor de inbouw van het KESSEL afvalwa-
terstation Aqualift F Compact moeten alle onderde-
len op transportschade gecontroleerd worden.
2.1 Aansluitingen
2.1.1 Zijdelingse toevoeraansluiting
Door de fabriek is een aansluiting DN 100 voor-
handen. De toevoerleiding moet met een verval
van minimum 2% gelegd worden
Attentie
De kast alleen op de gekenmerkte vlakken aan-
boren (zie afb. 2). Door ondeskundig aanboren
kan de installatie onherstelbaar beschadigd wor-
den. Voor het aanboren dient de KESSEL zaag-
klok (art.-nr. 50101) te worden gebruikt
2.1.2 Drukaansluiting
Drukaansluiting: 1 1/2" uitwendige draad
De drukleidingset (art.-nr. 28 040) bevat een 5 m
2. Inbouw
drukleidingslang DA 40 en een adapter met war-
telmoer. Alternatief kan een drukbuis DA 40 voor
de PVC lijmverbinding gebruikt worden. De dru-
kleiding moet met een opstuwbochtstuk boven
het plaatselijk vastgelegde opstuwniveau te wor-
den geleid en onmiddelbaar achter het op-
stuwbochtstuk te worden uitgebreid en daarna
op een (min. DN 70) geventileerde basis- of ver-
zamellei-ding te worden aangesloten. Drukloze
buisaansluitingen (bv. HAT buis) zijn voor druklei-
dingen niet toegelaten. Als de druk-buis in de
muur wordt gelegd, dient deze door geschikte
maatregelen van het bouw-werk te worden afge-
koppeld. Daardoor wordt geluidsoverdracht in
het bouwwerk evenzeer vermeden als de lasto-
verdracht in de installatie (breukgevaar van aans-
luitingen).
2.1.3 Lege kabelkanaalaansluiting
Voor de aansluiting van de elektrische leidingen
en de luchtslang voor de druksensor dient de
klant een lege kabelkanaalbuis DN 50 te voorzien.
Attentie
De luchtslang moet continu stijgend worden ge-
legd om ontstaan van condensaat en daaruit re-
sulterende functiestoringen te vermijden.
87
Afb. 2