8
UITGEBREIDE INSTELLINGEN
8.1
Omdraaien van de kanaal-instelling
Als u een stuurknuppelfunctie vanwege uw eigen voorkeur wilt omdraaien, handelt u als
volgt: denk er aan, dat dit alle besturingen van achter naar voren verandert.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om SET REVERSE (besturing omdraaien) te kiezen. Druk
vervolgens voor het kiezen van de optie de hoogteroer-stuurknuppel naar rechts, vervolgens
omhoog/omlaag om de instelling te bevestigen of om de optie te verlaten. Om het menu te
verlaten drukt u de hoogteroer-stuurknuppel 2 seconden naar beneden.
8.2
DE GEVOELIGHEID INSTELLEN
Als u de gevoeligheid voor de reactie van een stuurknuppelfunctie wilt veranderen, handelt u
als volgt. Een hogere gevoeligheid maakt grotere /snellere bewegingen van een
modelvlieger mogelijk, terwijl een lagere gevoeligheid kleinere/ langzamere bewegingen
toelaat.
Druk 1 seconde op de hoogteroer-stuurknuppel, om de instelmode op te roepen. Beweeg de
stuurknuppel omhoog/omlaag om SET SENSITIVE (gevoeligheid instellen) te kiezen. Druk
vervolgens de hoogteroer-stuurknuppel naar rechts en stel m.b.v. de hoogte-, rol- en
richtingsroer de gevoeligheid in. Druk de hoogteroer-stuurknuppel naar links om deze
instellingsoptie te verlaten. Om het menu te verlaten drukt u de hoogteroer-stuurknuppel 2
seconden naar beneden.
18