Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• De bedrijfstemperatuur in het hoofdstuk technische
gegevens aanhouden.
• Controleer het vulpeil van het condensreservoir, maak het
indien nodig leeg. De indicatie FL mag niet verschijnen in
de segmentweergave (29).
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
Het apparaat werkt niet of met een gereduceerde
koelcapaciteit:
• Controleer of de bedrijfsmodus Koeling is ingesteld.
• Controleer of de afvoerluchtslang goed vastzit. Is de
afvoerluchtslang geknikt of verstopt, kan de afvoerlucht
niet worden afgevoerd. Zorg voor een vrije afvoer van de
afvoerlucht.
• Controleer de stand van de ventilatielamellen. De
ventilatielamellen moeten zo ver mogelijk geopend zijn.
• Controleer luchtfilter(s) op vervuilingen. Luchtfilter(s) indien
nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer de minimale afstanden t.o.v. wanden en
objecten. Zet het apparaat evt. verder in de ruimte.
• Controleer of de ruimte geopende ramen en/of deuren
heeft. Sluit deze eventueel. Zorg hierbij dat het raam nog
wel open blijft voor de afvoerluchtslang.
• Controleer de temperatuurinstellingen op het apparaat.
Verlaag de ingestelde temperatuur, als deze boven de
ruimtetemperatuur ligt.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
Condenslekkage:
• Controleer het apparaat op lekkages.
De compressor start niet:
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen, voor het
weer aansluiten op het stroomnet.
NL
• De compressor beschikt over een beschermingsfunctie.
Het direct herinschakelen van de compressor wordt na het
uitschakelen 3 minuten vertraagd.
• In de bedrijfsmodus Ontvochtiging start de compressor pas
bij een ruimtetemperatuur ≥ 15 °C.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. capaciteit
daalt:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
Het apparaat reageert niet op de infrarood-
afstandsbediening:
• Controleer of de afstand van de afstandsbediening t.o.v.
het apparaat te groot is en verklein de afstand, indien
nodig.
• Zorg dat er geen hindernissen, zoals meubels of muren,
zijn tussen apparaat en afstandsbediening. Zorg voor
zichtcontact tussen apparaat en afstandsbediening.
• Controleer de laadtoestand van de batterijen en vervang
ze, indien nodig.
• Controleer of de polen van de batterijen in de juiste richting
liggen als de batterijen net zijn vervangen en draai ze om,
indien nodig.
Opmerking:
Wacht na alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
minimaal 3 minuten. Schakel het apparaat daarna weer in.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op het gebied
van koel- en koudetechniek of naar Trotec®.
Foutcodes
Op het display kunnen de volgende foutmeldingen worden
weergegeven:
Foutcode Oorzaak
FL
E1
E2
Bedieningshandleiding – lokale airconditioner PAC 3500 E
Maatregel
Condensreservoir vol
Condens afvoeren (handmatig legen)
volgens hoofdstuk onderhoud.
Temperatuursensor
Het apparaat kort scheiden van het
afvoerlucht defect
stroomnet.
Mocht de fout na het herinschakelen
nog steeds aanwezig zijn, neem dan
contact op met de klantenservice.
Temperatuursensor
Het apparaat kort scheiden van het
ruimtetemperatuur defect
stroomnet.
Mocht de fout na het herinschakelen
nog steeds aanwezig zijn, neem dan
contact op met de klantenservice.
12