6. Leg de computer op de zijkant en verwijder de vier schroeven aan de achterkant van het chassis
waarmee de voedingseenheid is vastgezet. Schuif de voedingseenheid vervolgens naar de voorkant van
de computer en til hem uit het frame.
Figuur 33. De schroeven voor de voedingseenheid verwijderen
7. Plaats de nieuwe voedingseenheid zodanig in het chassis dat de schroefgaten in de voedingseenheid
gelijk liggen met die in het chassis.
8. Bevestig de vier schroeven om de voedingseenheid vast te maken aan het frame.
9. Sluit de voedingskabels weer aan op de systeemplaat en op elk van de stations.
10. Maak alle voedingskabels van de voedingseenheid weer vast in de klemmetjes van het chassis.
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar 'Het vervangen van de onderdelen voltooien'
op pagina 79.
Het koelvinblok en de ventilatoreenheid vervangen
Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de 'Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie' op pagina iii hebt gelezen en begrepen.
WAARSCHUWING:
Het koelelement en de ventilatoreenheid kunnen zeer heet zijn. Zet de computer uit en laat de
computer enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
Ga als volgt te werk om het koelvinblok en de ventilatoreenheid te vervangen:
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de
computer zijn aangesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 54.
3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4. Kijk waar het koelvinblok en de ventilatoreenheid zich bevinden. Zie 'Componenten van de computer'
op pagina 5.
5. Ontkoppel de kabel van het koelvinblok en de ventilatoreenheid van de aansluiting voor de
microprocessorventilator op de systeemplaat. Zie 'Onderdelen op de systeemplaat' op pagina 6.
.
Hoofdstuk 7
Hardware installeren en vervangen
69