MONTAGE-INSTRUCTIES
Installatiehandleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie van de robotmaaier. Lees het volledig door voordat u met de
installatie start.
Inleiding
Wij raden u aan om een schets van uw gazon te maken met alle obstakels en hoe deze te
beschermen. Dit maakt het aldus eenvoudiger om een goede plaats voor uw laadstation te
vinden en hoe de omheiningsdraad juist rondom uw tuin aan te brengen zodat uw heesters,
bloemenperken, etc. worden beschermd. U hebt tevens gereedschap nodig, zoals een hamer,
kniptang, tang of schaar.
Maaibeperkingen
De robotmaaier is voorzien van botsingssensoren. Deze detecteren alle losse en vaste
obstakels hoger dan 100 mm, zoals een muur, hekken of tuinmeubilair.
Als de sensoren geactiveerd worden, stopt de robotmaaier, rijdt het achteruit en maait
vervolgens verder in een andere richting. Het beschermen van de obstakels met het
aanbrengen van omheiningsdraad is echter de beste oplossing op lange termijn.
> 100 mm
< 400 mm
28
MONTAGE-INSTRUCTIES
Bomen
Een oneven gazon kan ertoe leiden dat de messen de grond raken. We bevelen aldus aan om
het gazon vlak te maken voordat u de robotmaaier gebruikt om de oneffen ondergrond uit te
sluiten met behulp van omheiningsdraad.
Stenen
We bevelen aan om kleine (lager dan 100 mm) rotsen en stenen of stenen met een ronde
rand uit het gazon te verwijderen. De robotmaaier kan op dergelijke stenen of rotsen rijden in
plaats van ze als een obstakel te zien.
Als de robotmaaier op een steen vast komt te zitten, dient de gebruik de maaier opnieuw in te
schakelen.
Contact met stenen kan de messen beschadigen.
Hellingen
De robotmaaier kan op hellingen van maximaal 50% worden gebruikt.
De helling mag niet steiler dan
50% (27°) zijn.
29