OPGELET
►
Gebruik geen krassende, schurende of corrosieve reinigingsmiddelen. Maak
de behuizing schoon met een licht bevochtigde doek.
►
Gebruik geen waterstraal om het apparaat te reinigen.
►
Plaats behuizingsdelen, zoals de lichtkoepel of lekplaat niet in de vaatwasser.
Anders worden de hoogglanzende oppervlakken geleidelijk dof en mat.
►
Volg de reinigingsinstructies.
5.2 Regelmatige reiniging
■
Reinig de buitenkant van het apparaat met een bevochtigde zachte doek. De
indicatie-instrumenten
schoongemaakt.
■
Verwijder de lichtkoepel (I) en reinig haar met warm water en een mild
afwasmiddel. Veeg de binnenkant schoon met een licht bevochtigde doek.
■
Leeg de lekbak (S) op regelmatige intervallen.
■
Reinig de lekbak en het roestvrijstalen lekbakrooster (R) met warm water en een
mild afwasmiddel.
5.3 De kom reinigen
■
De binnenkant van de kom moet regelmatig worden gereinigd met max.
100 ml warm water en een mild afwasmiddel. Veeg de binnenkant droog en
controleer of de afvoerleiding verstopt zit.
5.4 De condensator reinigen
■
Reinig de ventilatieopeningen met een stofzuiger (geen batterijstofzuiger)
(afbeelding 45).
45
4
OPMERKING
►
De ventilatieopeningen van de condensator moeten om de drie maanden
of wanneer nodig worden gereinigd.
Reiniging en onderhoud
kunnen
met
een
lensreinigingsdoek
worden
23