eVita 25s - 28c
5.4
Ontluchting van de installatie
Wijzigingen voorbehouden
12.Draai de vul- / aftapkraan van de CV-installatie open.
13.Draai de waterkraan open.
14.Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op de
manometer staat aangegeven.
15.Sluit waterkraan als de waterdruk 2 bar is.
T000850-A
16.Sluit de vul- / aftapkraan van de CV-installatie. Laat de slang aan
de vul- / aftapkraan tot de installatie is ontlucht.
Door bijvullen met water komt er lucht in de CV-
installatie. Ontlucht de installatie. Na ontluchten kan de
waterdruk weer onder het vereiste niveau komen.
Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op de
manometer staat aangegeven. Als de waterdruk lager is
dan 0,8 bar, moet water worden bijgevuld.
17.Nadat de installatie gevuld is, neemt u de ketel weer in bedrijf.
Het vullen en het ontluchten van de installatie 2 keer per
jaar zou voldoende moeten zijn om de juiste waterdruk te
T000853-A
krijgen. Neem contact op met uw installateur, indien u vaak
water bij moet vullen.
De eventueel in het apparaat, de leidingen of de kranen aanwezige
lucht moet verwijderd worden, om storende geluiden te voorkomen
die tijdens het verwarmen of tappen van water kunnen ontstaan. Ga
hiervoor als volgt te werk:
1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
T000181-B
5. Controle en onderhoud
20