Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omschakelen Tussen Programma's En Banken; Range-Definitie; Overige Functies Van De Octave Shift-Toetsen; De Opdracht Factory Reset - Behringer U-CONTROL UMX250 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

7
U-CONTROL UMX250 Gebruiksaanwijzing

4.3.7 Omschakelen tussen programma's en banken

Met de UMX kunt u op verschillende manieren programma's in externe apparaten
wisselen. Dit is een uiterst krachtige functie waarmee u de mogelijkheden van al
uw toongeneratoren volledig kunt benutten.
1) Druk op de ASSIGN-toets en houd deze ingedrukt.
2) Druk op de SINGLE-toets.
3) Laat de ASSIGN-toets los.
4) Definieer het SINGLE CHANNEL door met behulp van denumerieke
toetsen een waarde tussen 1 en 16 in te voeren(zoals in paragraaf 4.2.2).
Gebruik, wanneer u het GLOBAL CHANNEL wilt toewijzen, de toets ( 0 ) .
5) Druk op de toets BANK MSB. Druk vervolgens op de numerieketoetsen tot u
het gewenste BANK MSB-nummer volledigingevoerd heeft.
6) Stel vervolgens het BANK LSB in met behulp van de toets BANK LSB en de
numerieke toetsen tot u het gewensteBANK LSB-nummer ingevoerd heeft.
7) Druk daarrvoor op de PROGRAM-toets en vervolgens op denumerieke
toetsen tot u het gewenste programmanummer ingevoerd heeft.
8) Druk op de ENTER-toets, CANCEL-toets of de ASSIGN-toets.
U kunt ook programma rechtstreeks selecteren met behulp van de beide
OCTAVE SHIFT-toetsen:
1) Druk op de ASSIGN-toets en houd deze ingedrukt.
2) Druk op een van de beide OCTAVE SHIFT-toetsen waaraan u de
programmawisselfunctie wilt toewijzen.
3) Laat de ASSIGN-toets los.
4) Druk op de PROG DIR-toets. Druk vervolgens op de numerieke toetsen tot u
het gewenste presetnummer volledig ingevoerd heeft.
5) Druk op de ENTER-toets, CANCEL-toets of de ASSIGN-toets.
Zodra u aan een of beide OCTAVE SHIFT-toetsen de
programmaslectiefunctie toegewezen heeft, heeft gelijktijdig
indrukken van de beide toetsen GEENFUNCTIE meer!

4.3.8 Overige functies van de octave shift-toetsen

Met behulp van de ASSIGN-functie kunt u aan de beide toetsen, naast de hiervoor
beschreven functies en de programma-selectiefunctie, ook nog andere specifieke
functies toewijzen:
a) Transponering in afzonderlijke stappen van halve tonen:
1) Druk op de ASSIGN-toets en houd deze ingedrukt.
2) Druk op de toets TRANSP +/-.
3) Laat de ASSIGN-toets los.
4) Druk op de ENTER-toets, CANCEL-toets of de ASSIGN-toets
Indrukken van de rechter (linker) OCTAVE SHIFT-toets resulteert in een
transponering van een halve toon omhoog (omlaag). Door beide toetsen
gelijktijdig in te drukken wordt elke transponering ongedaan gemaakt.
b) Stap voor stap bladeren in programmabibliotheken:
1) Druk op de ASSIGN-toets en houd deze ingedrukt.
2) Druk op de PROG +/--toets.
3) Laat de ASSIGN-toets los.
4) Druk op de ENTER-toets, CANCEL-toets of de ASSIGN-toets.
Door de rechter (linker) OCTAVE SHIFT-toets in te drukkenwordt op het externe
apparaat het eerstvolgende hogere (lagere) presetnummer geselecteerd.
Door beide toetsen gelijktijdig in te drukken wordt preset 0 in de huidige
bank geselecteerd.
c) Willekeurige controllerfuncties:
1) Druk op de ASSIGN-toets en houd deze ingedrukt.
2) Druk op een van de beide OCTAVE SHIFT-toetsen waaraan u de controller
wilt toewijzen.
3) Laat de ASSIGN-toets los.
4) Druk op de numerieke toetsen tot u het gewenste controller-nummer
volledig ingevoerd heeft.
Zodra u aan een de beide toetsen een functie toewijst, krijgt de tweede
toets automatisch dezelfde functie, hoewel die nog beperkt is: tot u
ook aan deze toets met behulp van de ASSIGN-functie een functie
toegewezen heeft kan deze nog geen gegevens verzenden.
Zodra u aan een van de beide toetsen een individueel MIDI-kanaal
toewijst schakelt de andere toets ook over naar dit kanaal. Dat geldt
ook wanneer u terug overschakelt naar het GLOBAL CHANNEL.

4.3.9 Range-definitie

1) Druk op de ASSIGN-toets en houd deze ingedrukt.
2) Voer met behulp van de numerieke toetsen de aanslagge-voeligheid in
(zie tabel 4.1)
3) Laat de ASSIGN-toets los.
4) Druk op de ENTER-toets, CANCEL-toets of de ASSIGN-toets.
KEY
OFF: velocity value is fixed to 110. Change of key pressure has no
( 0 )
effect on volume level.
SOFT: key pressure is very sensitive; low velocity changes create
( 1 )
high changes in volume level.
MEDIUM: key pressure is "normal"; (very) hard hit notes are
( 2 )
(very) loud, (very) soft hit notes produce (very) low volume.
HARD: key pressure is more unsusceptible compared to all
( 3 )
other settings.
to
invalid input.
( 4 )
( 9 )
Tab. 4.1: effecten van de RANGE-definitiesop de aanslagkracht

4.3.10 De opdracht factory reset

1) Druk op de ASSIGN-toets en houd deze ingedrukt.
2a) Druk, voor een tijdelijke FACTORY RESET tegelijkertijdde beide OCTAVE SHIFT-
toetsen in. Alle op dat momentgewijzigde bedieningselementen worden
gereset naar defabrieksinstelling. Het USER MEMORY wordt daardoorechter
niet gereset!
2b) Druk tegelijkertijd op de toetsen ( 8 ) , ( 9 ) en ( 0 ) , om een
volledige FACTORY RESET uit tevoeren: daarbij worden niet alleen alle
bedieningselementenvan het FACTORY MEMORY gereset, maar wordt
ook hetUSER MEMORY overschreven.
3) Laat de ASSIGN-toets los.
4) Druk vervolgens op de ENTER-toets. Als u zich bedenkt ende reset toch niet
wilt uitvoeren, drukt u nogmaals op de CANCEL-toets of drukt u nogmaals op
de ASSIGN-toets.
EFFECT ON KEY VELOCITY

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave