een videoprofiel toevoegen
U kunt zo veel codecs toevoegen als u wilt zodat verschillende profielen kunnen worden
toegepast op basis van de opnameomstandigheden.
1. Selecteer er een uit de <videoprofiel> opties.
2. Geef een naam op en selecteer een codec.
3. Geef de voorwaarden aan waaronder de codec moet worden toegepast.
4. Geef de details van de geselecteerde codec aan, waaronder resolutie en
beeldsnelheid.
Klik op <Geavanceerd> om het contextmenu weer te geven.
• Resolutie: stel het videoformaat in voor de H.264- en MJPEG-bestanden.
• Beeldsnelheid: geef de beeldsnelheid aan.
• Compressie: geef de videocompressiesnelheid aan.
• Maximum bitrate: geef de maximum bitrate van de video aan.
Aangezien de bitrate beperkt kan worden aangepast op basis van de resolutie, beeldsnelheid
`
J
en schermcomplexiteit, kan de werkelijke bitrate hoger zijn dan de maximale bitrate. U moet
dus rekening houden met de gebruiksomstandigheden bij het instellen van de waarde.
• Bitrate-besturing: u kunt kiezen uit een constante bitrate of een variabele bitrate
voor compressie. Bij een constante bitrate (CBR, Constant Bit Rate) verschilt de
videokwaliteit en is de bitrate voor netwerkoverdracht vastgelegd, terwijl een variabele
bitrate de kwaliteit benadrukt door de bitrate voor netwerkoverdracht te variëren.
• Coderingsprioriteit: u kunt de video-overdrachtsmethode instellen op Beeldsnelheid of
Compressie.
• GOP-grootte: u kunt de GOV-lengte bepalen.
(SNB-5001 : 1~150, SNB-7001 : 2Mega-modus - 1~150, 3Mega-modus - 1~100)
• Profiel: u kunt de profielmethode H.264 selecteren.
• Entropiecodering: hiermee beperkt u het eventuele compressieverlies als gevolg
van codering.
• Smart codec: geef het gebruik van Smart codec aan.
Dit is uitsluitend beschikbaar bij SNB-7001.
`
M
De Smart Codec is alleen actief wanneer de codec H.264 is en het compressiesysteem CBR is.
• Multicast (SVNP): hiermee geeft u het gebruik van het SVNP-protocol aan.
- IPv4: voer een IPv4-adres in waarmee u verbinding kunt maken met het IPv4-netwerk.
- Poort: geef de videocommunicatiepoort aan.
- TTL: de TTL voor het SVNP-pakket instellen.
• Multicast (RTP): hiermee geeft u het gebruik van het RTP-protocol aan.
- IPv4: voer een IPv4-adres in waarmee u verbinding kunt maken met het IPv4-netwerk.
- Poort: geef de videocommunicatiepoort aan.
- TTL: de TTL voor het RTP-pakket instellen.
Nederlands _39