Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4.6 INWERKINGSTELLING.

De boiler vullen.
- Open de kranen van het warm water.
- Open de koudwaterkraan op de veiligheids-
inrichting (waak erover dat de klep voor de
lediging van de groep dicht is).
- Laat het warm water uit de kranen stromen en
sluit ze dan: nu is de boiler vol.
- Controleer de waterdichtheid van de verbin-
ding op de leidingen.
- Voor de correcte werking van de hydraulische
inrichtingen, open de afvoerklep van de veilig-
heidsinrichting om de aanwezigheid van even-
tuele residuen in de afvoerklep te elimineren.
Eerste inwerkingstelling.
N.B.: als de boiler gekanteld is, wacht minstens
1 uur voor de inwerkingstelling.
- Zet de boiler aan.
- Controleer of op het scherm (4 Fig. 5-1) geen
fouten weergegeven zijn.
- Bij de eerste inwerkingstelling verschijnen de
instructies voor de afstelling op het scherm.
Volg aandachtig de instructies op het scherm
om de parameters in te stellen (datum en uur,
luchtleidingen, taal, recirculatie, fotovoltaïsch,
werkingszones, antilegionella).
- Instelling programmeerzones:
in het menu "interventie verwarming", selec-
teer de optie "pdc 24 uren, programmeerbare
weerstand" of "programmeerbare pdc en weer-
stand" om twee uurzones in te stellen. Het is
mogelijk het begin van de uurzone en de duur
van de uurzone in te stellen met behulp van de
pijltoetsen en druk op ok om te bevestigen. De
totale min. en max. verwarmingsperiode tussen
beide zones zijn respectievelijk 12 en 20 uren.
- Na de parameters ingesteld te hebben, contro-
leer de werking van de boiler.
Om terug te keren naar de instellingen, raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van de installatie" of
"Installatieparameters".
16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave