De RF-SFTP draadloze meldervoet is vereist om deze rookmelders draadloos te verbinden.
Zie de gebruikershandleiding van de RF-SFTP voor verdere instructies wat betreft draadloos onderling
koppelen.
D. De werking van de rookmelder controleren en testen
Testen
Opmerking: Test uw melder onmiddellijk na de installatie en zorg er indien nodig voor dat alle
verbonden melders correct werken.
Het gebruik van meerdere rookmelders (bij voorkeur onderling koppelbaar) zal de
waarschuwingstijd in geval van brand verkorten.
Gebruik de testknop om de melder te testen.
Test wekelijks al uw melders, denk eraan dat deze apparaten levens kunnen redden. Test
uw melders altijd na een lange periode van afwezigheid (bijv. na een vakantie).
Druk de testknop in en houd deze ingedrukt tot het alarm afgaat. De alarmen van alle
verbonden melders zullen ook afgaan. (ga tijdens het testen niet te dicht bij de melder staan,
u kunt dan gehoorbeschadiging oplopen). Onmiddellijk na het voltooien van de testcyclus
gaan de modellen 2SFW en 2SFWR over op de Hush-modus. De rode LED zal bijna elke 10
seconden knipperen.
Gebruik geen open vlam aangezien dit geen rook produceert en fysieke schade kan
toebrengen aan de melder of brandbare materialen kan ontsteken, waardoor brand ontstaat.
Test de rookmelder niet met brandende kaarsen, open vuur, sigaretten/tabak, etc.
Werking en LED- status
Als de melder correct is aangesloten op de netvoeding, zal de groene LED branden. De rode
LED zal elke 30 à 40 seconden knipperen ter indicatie van de normale werking van de
sensor. Als de melder verbrandingsproducten detecteert, zal het alarmsignaal van 85 dB
afgaan. De rode LED op de melder zal snel knipperen bij detectie van rook (andere onderling
gekoppelde melders zullen ook afgaan om personen in andere delen van het pand te
waarschuwen.) Dit gaat door tot de optische sensorkamer vrij is van rook.
12