Het vermogen regelen
1. Nadat je de motor heeft gestart dient u de gashendel naar "snel" te schuiven om de
pomp zelf aanzuigend te maken.
2. Het pompvermogen wordt bepaald door de gashendel.
3. Door de gashendel naar "snel" te verschuiven zal de pomp meer vermogen leveren.
Door de hendel naar "langzaam" te verschuiven zal het vermogen afnemen.
De pomp positioneren
1. Voor het beste resultaat plaats je de pomp zo dicht mogelijk bij het water. Gebruik een
slang die niet langer is dan nodig. Zo krijgt u het beste resultaat en heeft de pomp het
minste tijd nodig om zelf aanzuigend te worden.
2. Als de pomphoogte hoger wordt, zal dat een negatief effect hebben op het vermogen.
De lengte van de slang, het type slang en de aanzuighoogte hebben allemaal invloed
op de prestaties van de waterpomp.
3. De afvoer capaciteit is altijd groter dan de aanzuig capaciteit. Daarom is het voor de
aanzuighoogte belangrijk om bij de totale aanzuighoogte het kortst te zijn.
4. De pomp zo dicht mogelijk bij het water zetten is ook belangrijk voor de zelf
aanzuigingstijd. Dit is de tijd die de pomp nodig heeft om zelf aanzuigend te worden.
De motor uitschakelen
Om de motor uit te schakelen tijdens een noodgeval draai je de ontstekingsknop uit. Bij
normale omstandigheden dient u onderstaande stappen te volgen:
1. Schuif de gashendel naar de "langzaam" positie.
Versie 1.3 (03-2018)
13