Inhoudsopgave
Advertenties
Machine Translated by Google
Als je microfoon een jackplug aan het uiteinde van de kabel heeft, heb je een adapter nodig om hem te kunnen gebruiken met het
XLR-gedeelte van de Combo-connector. Als u de jackplug erin steekt, wordt de voorversterker geconfigureerd met verminderde
versterking, wat waarschijnlijk onvoldoende is voor de microfoon (zie hieronder). Microfoons die bedoeld zijn voor gebruik met
computergeluidskaarten, hebben mogelijk ook een veel lagere fantoomvoedingsspanning nodig, dus in dit geval moet een adapter
worden gebruikt die specifiek is voor het microfoontype.
De Scarlett 2i2 heeft geen "Mic/line"-schakelaar - de Focusrite-voorversterkertrap wordt automatisch geconfigureerd voor een
microfoon wanneer u een XLR op de ingang aansluit, en voor een lijn of instrument wanneer u een jackplug aansluit. Zet de INST
-schakelaar op ON ('INST' licht rood op) als u een muziekinstrument, bijvoorbeeld een gitaar in het voorbeeld, aansluit met een
gewone 2-polige (TS) gitaaraansluiting. Zet de INST -schakelaar op OFF als u een lijnniveaubron zoals een keyboard, synthesizer
of de gebalanceerde uitgang van een externe audiomixer via een 3-polige (TRS) jack aansluit. Merk op dat de Combo-connector
zowel TRS- als TS-type jackplug accepteert.
Directe bewaking gebruiken
U zult vaak de term "latentie" horen die wordt gebruikt in verband met digitale audiosystemen. In het geval van de eenvoudige
DAW-opnametoepassing die hierboven is beschreven, is latentie de tijd die nodig is voor uw ingangssignalen om door uw
computer en audiosoftware te gaan. Latency kan een probleem zijn voor een artiest die wil opnemen terwijl hij zijn ingangssignalen
bewaakt.
De Scarlett 2i2 is uitgerust met een "Direct Monitoring"-optie, die dit probleem ondervangt.
op
het voorpaneel instelt op MONO of STEREO, worden uw ingangssignalen rechtstreeks naar de hoofdtelefoon- en
hoofdmonitoruitgangen van de Scarlett 2i2 geleid. Hierdoor kunt u uzelf horen zonder latentie – dat wil zeggen, in "realtime" –
samen met het afspelen van de computer. De ingangssignalen naar uw computer worden op geen enkele manier beïnvloed door
deze instelling.
In de MONO-modus worden ingangen 1 en 2 gelijkelijk naar de twee uitgangen geleid (zowel de uitgangen op het achterpaneel
als de hoofdtelefoon), zodat ze allebei in het midden van het stereobeeld verschijnen. Dit is handig wanneer u twee afzonderlijke
instrumenten opneemt of een instrument en een stem, waarbij het niet nodig is dat de twee signalen specifiek in het stereobeeld
worden gelokaliseerd. Verdere voorbeelden zijn een akoestische en een elektrische gitaar, een bas die zowel met microfoon als
DI is of twee afzonderlijke microfoons die verschillend op een gitaarversterker zijn geplaatst.
In de STEREO-modus wordt ingang 1 naar het linker uitgangskanaal geleid en ingang 2 naar rechts. Gebruik deze modus als u
iets opneemt dat inherent stereo van aard is. Door in stereo te monitoren krijgt u een nauwkeuriger beeld van het geluidsbeeld.
Voorbeelden zijn elke situatie waarin twee microfoons worden gebruikt om opzettelijk een stereobeeld vast te leggen, zoals een
paar overhead-drummicrofoons, een enkele stereomicrofoon die een orkest of ander ensemble opneemt, of de stereo-uitgangen
van een elektronische bron zoals een piano, synthesizer of FX-eenheid.
Zorg er bij gebruik van Direct Monitoring voor dat uw DAW-software niet is ingesteld om de invoer (wat u momenteel opneemt)
naar de uitvoer te routeren. Als dat zo is, hoort u uzelf "twee keer", met één signaal hoorbaar vertraagd als een echo.
Monitoring met DIRECT MONITOR ingesteld op OFF kan handig zijn wanneer u een FX-plug-in op uw DAW gebruikt om een
stereo-effect te creëren dat bijdraagt aan de live uitvoering. Op deze manier kunt u precies horen wat er wordt opgenomen,
compleet met de FX. Er kan echter enige vertraging optreden, de hoeveelheid is afhankelijk van de buffergrootte van de DAW en
de verwerkingskracht van de computer.
Als u de
DIRECT MONITOR
-regelaar
13
Advertenties
Inhoudsopgave
