Webinterface
De maximaal beschikbare totale stroom, evenals de minimale laadstroom en
de maximale stroom voor asymmetrisch laden en de functie voor asymme-
trisch laden van het laadnetwerk worden hier geconfigureerd. Bovendien kan
de clusterfunctie geactiveerd en gedeactiveerd worden.
Cluster
De betreffende clusters kunnen hier geconfigureerd, geëxporteerd en geïm-
porteerd worden. Er kunnen maximaal 15 clusters worden ingesteld. Aan elk
cluster kan een naam (Alias) worden toegekend. Bovendien worden hier de
maximale stroom, de fasetoewijzing en de minimale laadstroom geconfigu-
reerd.
Parameters van het laadstation (Chargepoint parameters)
Hier wordt het aansluittype (1-fasig of 3-fasig) van het laadstation gekozen.
Voor een 1-fasige aansluiting kan ook de draad van de toevoerleiding geko-
zen worden. In een laadnetwerk kan ook het aansluittype van de clientlaad-
stations gekozen worden.
Als een clientlaadstation de verbinding met de master verliest of als er een
fout optreedt bij de master, is het mogelijk om aan te geven met welke maxi-
male laadstroom het laden moet worden voortgezet. Als er "0" wordt inge-
voerd, wordt het laadproces bij een fout beëindigd en wordt het laadstation
in de modus "buiten werking" gezet.
Permanent vergrendelde stekker (Permanently locked socket)
Hier kan de permanente vergrendeling van een laadkabel in het stopcontact
van het laadstation worden geactiveerd (diefstalbeveiliging). Als de functie
gedeactiveerd wordt, wordt de vergrendeling pas ontgrendeld na voltooiing
van een eventueel lopende laadsessie.
40
M20
V1.03
© KEBA 2022