BAC-PO-1414-Q11L
4. Bekabeling
Controleer of de bekabeling niet onderhevig is aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe
randen of andere nadelige milieueffecten. Bij deze controle moet rekening worden gehouden met de
effecten van slijtage of voortdurende trillingen van bronnen zoals compressoren of ventilatoren.
5. Detectie van ontvlambare koelmiddelen
In geen geval mogen potentiële ontstekingsbronnen worden gebruikt bij het zoeken naar of detecteren van
koelmiddellekken. Een halogenidetoorts (of een andere detector die gebruik maakt van een open vlam) mag niet
worden gebruikt.
6. Lekdetectiemethoden:
De volgende lekdetectiemethoden worden acceptabel geacht voor systemen die ontvlambare
koelmiddelen bevatten.
Elektronische lekdetectoren moeten worden gebruikt om ontvlambare koelmiddelen te detecteren, maar het kan
zijn dat ze opnieuw moeten worden gekalibreerd omdat de gevoeligheid mogelijk niet voldoende is
(detectieapparatuur moet worden gekalibreerd in een koelmiddelvrije ruimte). Zorg ervoor dat de detector geen
potentiële ontstekingsbron is en geschikt is voor het gebruikte koelmiddel. Lekdetectieapparatuur moet worden
ingesteld op een percentage van de LFL van het koelmiddel en worden gekalibreerd op het juiste gaspercentage
(maximaal 25%).
Lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste koudemiddelen. Het gebruik van reinigingsmiddelen die
chloor bevatten, moet worden vermeden, aangezien het chloor kan reageren met het koelmiddel en koperen leidingen
kan aantasten.
Als een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen worden verwijderd of gedoofd.
Als er een koelmiddellek wordt gevonden dat moet worden gesoldeerd, moet al het koelmiddel uit het systeem
worden teruggewonnen of worden geïsoleerd met afsluiters in een deel van het systeem dat ver verwijderd is van
het lek. Zuurstofvrije stikstof (OFN) moet dan zowel voor als tijdens het soldeerproces door het hele systeem
worden gespoeld.
www.blaupunkt.com
31