14
Probleem
Het apparaat maakt lawaai.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De compressor werkt conti‐
nu.
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
"Super", of na het verande‐
ren van de temperatuur.
De deur is verkeerd uitge‐
lijnd of komt tegen het venti‐
latierooster aan.
Deur gaat niet makkelijk
open.
Er is te veel vorst en ijs.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
De kast recent is ingescha‐
keld.
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Het voedsel dat in het appa‐
raat werd geplaatst, was te
warm.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De functie Super is inge‐
schakeld.
De compressor start na eni‐
ge tijd.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te ope‐
nen.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De pakking is vervormd of
vuil.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Oplossing
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Installatie".
Laat voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het opslaat.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Zie de rubriek over "Super-
functie".
Dit is normaal, er is geen
storing.
Raadpleeg 'Installatie-in‐
structies'.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
Pak de producten beter in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.