BEDIENING VAN HET PRODUCT
WAARSCHUWING:
• Plaats de ventilator op een geschikte
locatie. Plaats de ventilator altijd op een
veilige locatie in overeenstemming met
de veiligheidsvoorschriften.
• Wanneer u een ventilator op een tafel
of plank plaatst, voorkom dan dat er per
ongeluk aan het netsnoer getrokken kan
worden en dat het apparaat kan vallen.
• Bevestig de ventilator niet aan een muur
of plafond.
• Verwijder de kabelbinder en rol het snoer
uit voordat u deze in gebruik neemt.
• Draai de ring onder de ventilator en
motor los, stel de hoek van de ventilator
in, en draai de ring weer vast (afb. 5).
• Om de lucht in één richting te blazen
zonder te zwenken, laat u de ventilator
in de juiste richting zwenken en tilt
u de zwenkknop omhoog. Druk de
hendel weer in om de ventilator te laten
zwenken.
1. In- en uitschakelen en snelheidsbediening
In- en uitschakelen en de snelheid worden
bediend met de knop.
0. De ventilator is uitgeschakeld
1. De ventilator is ingesteld op de
laagste snelheid
2. De ventilator is ingesteld op de
gemiddelde snelheid
3. De ventilator is ingesteld op de
hoogste snelheid
2. Hoek instellen
Schakel de ventilator uit. Draai de
instelschroef los door deze tegen de klok
in te draaien. Stel de ventilator op de juiste
hoek in en draai de instelschroef vast door
deze met de klok mee te draaien.
REINIGEN
• Schakel het apparaat uit en haal de
stekker uit het stopcontact voordat u
het apparaat demonteert en reinigt.
• Houd stof en pluizen uit de
ventilatieopeningen aan de achterkant
van het apparaat - gebruik hiervoor
een stofzuiger. Steek geen voorwerpen
in de openingen om pluizen te
verwijderen.
• Ventilatoronderdelen moeten
gereinigd worden met een mild
schoonmaakmiddel en een vochtige
doek of spons. Voorkom dat
water of andere vloeistoffen in de
motorbehuizing terechtkomen.
- 9 -