4.3
Transport en opslag
Alle ventilatoren worden in de fabriek voorzien van een verpakking die hen beschermt tegen normale transporthande-
lingen. Gebruik bij het laden en lossen van de goederen geschikte hefapparatuur om schade aan ventilatoren en letsel
bij medewerkers te voorkomen. Vermijd stoten en schokbelastingen. Sla de ventilatoren tot de uiteindelijke installatie
op een droge plaats op waar zij beschermd zijn tegen weersinvloeden en vuil.
Waarschuwing
• De unit is zwaar. Wees voorzichtig bij transporteren en installeren. Klemgevaar. Draag beschermende
kleding.
• Til de ventilatoren niet op aan de aansluitkabel, aansluitkast, motorbeugel, waaier of inlaatconus.
5
Installatie
Gevaar
• Controleer of de netvoeding naar de unit is losgehaald, voordat onderhouds- of elektrische
werkzaamheden worden verricht!
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een bevoegde installateur en volgens de lokale wet- en
regelgeving worden verricht.
Waarschuwing
• De elektrische aansluiting van de unit op de netvoeding moet vooraf worden gegaan door een juiste
werkschakelaar met een minimale opening van 3 mm.
• Til de ventilatoren niet op aan de aansluitkabel, aansluitkast, motorbeugel, waaier of inlaatconus.
De ventilator kan in alle richtingen worden gemonteerd. Met de ventilator worden montagebeugels en schroeven mee-
geleverd in de doos.
Zorg ervoor dat de ventilator stevig en stabiel wordt gemonteerd. De ventilatoren moeten zodanig worden geïnstal-
leerd dat service en onderhoud eenvoudig en veilig kunnen worden uitgevoerd. Storende geluiden kunnen worden be-
perkt door het monteren van geluiddempers (verkrijgbaar als accessoire). Elektrische aansluitingen aanbrengen
volgens het bedradingsschema in de aansluitdoos en de aanduidingen op aansluitblokken of kabels.
De schakelkast is op een korte kabel gemonteerd voor de optimale montage op de behuizing van de ventilator (korte
of lange zijde).
Fig. 7
14589913 | A007
9
Installatie |