4. Richtlijnen
4.1 Bedieningsknoppen en indicators
(1) STROOM. Opening stroombek 52mm om de geleiders te
omsluiten.
(2) HOLD . Behoud van de gegevens.
(3) DISPLAY. LCD-scherm.
(4) RANGE . Manuele of automatische bereikkeuze.
(5) ON OFF . Aan-/uitschakelen.
(6) V . Selectie spanningsmeting.
(7) A . Selectie stroommeting.
(8) V . Volt-ingangsklem.
(9) VAR . Selectie meting van reactief vermogen.
(10) COM . Gemeenschappelijke aansluitklem.
(11) kW . Selectie meting van effectief vermogen.
(12) kVA . Selectie meting van schijnbaar vermogen.
(13) MINMAX .
Selectie MAX/MIN registratiemodus en
weergave geregistreerde MAX en MIN waarden.
(14) COS θ θ θ θ . Selectie vermogenfactormeting. Onderaan op
het display verschijnt de melding "Cap" of "Ind".
(15) ENERGY . Selectie energie-integratiemodus.
(16) TRIGGER . Opent en sluit de stroombek.